United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Atossa bleef voor haar, niettegenstaande het groote geluk, dat weldra haar deel zou worden, de oude vriendschap gevoelen, en placht haar nooit anders dan 'zuster' te noemen.

Alleen aan 's Keizers persoonlijke vriendschap hadden de twee laatsten hun tegenwoordig commando te danken gehad; zij dienden letterlijk op proef en dit in een tijd, waarin Frankrijks lot op het spel stond!

Deeze Engelschen wierden allen door de Indianen, of inwoonders van het Land, wel ontfangen. Zy slooten met hun Verdragen van vriendschap, en traden in een zoort van onderhandeling.

Vriendschap kan men eigenlijk slechts voor hoogst weinige leden van deze vormenrijke orde gevoelen, en van deze weinige zijn slechts enkele waard getemd te worden. Belangrijker dan door de eigenschappen, die men gedurende hun leven kan opmerken, zijn de Knaagdieren voor ons door hun vel en hun vleesch.

Ik heb honderden krankzinnigen gezien, die keizer en koning, ja, door ziekelijken hoogmoed zelfs heilig of paus of God meenden te zijn, velen roemen op het bezit van duizenden millioenen of van gansche landstreken; sommigen haten iedereen, anderen smelten van teederheid en vriendschap voor menschen en dieren, of schrikken van een blad, dat beweegt, of wanen zich oorlogsheld, geleerde of uitvinder van wonderlijke dingen.

Ik moet, wel is waar, erkennen, dat men niets als gevaarlyker moet achten, dan zig op de vriendschap van menschen te vertrouwen, wier gestrenge slaverny hen genoodzaakt heeft om hunne keetens te verbreken, en die door dit vertrouwen nog geduchter worden kunnen.

Ze schreef hem een brief, waarin ze al haar grieven luchtte en hem openhartig stelde voor het ultimatum: die of ik. Hij smeekte haar om haar vriendschap, riep zijn omgeving tot getuige, dat hij door "het zoete geheim" als mensch niet was gezonken, verzocht haar, het arme schepseltje de gevoelens niet te misgunnen waarop zij immers geen aanspraak maakte.

Toch kon ik mij wel begrijpen, dat onze ouders niet zoo bijster met die vriendschap waren ingenomen, want hij verdiende zijn bijnaam van Wilden Bob volkomen, en hij deed veel meer kattekwaad in eene week dan alle andere jongens te zamen in een jaar.

Soms voorzag hij geheel alleen de keuken met de opbrengst van zijn jacht; dikwijls besteedde hij hieraan het grootste deel van den nacht. Des morgens stond Neptunus steeds op zijn post; ieder vreemdeling zag dan met verwondering dit vreemdsoorten wezen te midden van de verschillende Staande Honden en Windhonden, waarmede hij in de grootste vriendschap leefde.

»De goedheid en vriendschap die ik hem altijd bewezen heb." »Zoo gelooft gij aan de dankbaarheid der menschen?" »Neen! maar ik vertrouw op mijne bekwaamheid in het beoordeelen van menschen. Phanes zal ons niet verraden! Ik herhaal het, hij is mijn vriend!" »Uw vriend; maar mijn doodvijand!" »Wees dan op uwe hoede voor hem! Ik heb niets van hem te vreezen." »Gij niet, maar wel ons land!