United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wel," zei Holmes, "daar zullen wij nader over praten, wanneer wij gegeten hebben." Toen wij alleen waren in de keuken was het opmerkelijk, zoo spoedig als de enkel van Holmes weer normaal werd. Het was bijna avond en wij hadden sedert den vroegen morgen niets gehad, zoodat wij tamelijk lang over ons maal deden.

Op een dag waren Oliver en Noah op het gewone etensuur naar de keuken afgedaald om te smullen aan een stukje schapenvleesch anderhalf pond van het slechtste stuk van den hals; daar Charlotte werd weggeroepen moesten ze een oogenblik wachten en Noah Claypole, die honger had en uit zijn humeur was, wist dat tijdsverloop niet beter aan te vullen dan door Oliver Twist te plagen en te treiteren.

Hij bleef nog wat aarzelen vóór 't venster en dan; Wat is er voor morgen? vroeg hij. Terbinst die vraagwoorden nog in de keuken hingen, was Verlinde aan 't regelen én zoeken naar een bescheid; hij zag 't verloop van den volgenden dag gebeuren.

Hij had er een gloed van op zijn gezicht gekregen, die stil wechkoelde. Achter hem schenen koude winterzonnestralen over de muren van de binnenplaats. Beneden, door een venster dat daar uitkwam, zag hij Dientje bezig in de keuken met het glimmend kopergoed. Er kwam geen enkel geluid van buiten. Er reed op dit uur geen enkel rijtuig over dit gedeelte van de Heerengracht.

Telkens als deze spijzen nu op tafel kwamen, zag zij duidelijk aan Jozef, dat hij haar verdacht van weêr in de keuken te zijn geweest, maar zij ontkende ten stelligste, en na den eten kreeg zij er toch een zoen voor. Zoo leefden zij, bijna onophoudelijk met hun tweeën alleen, het najaar en den winter en daarna weêr den zomer door.

In 't helder licht der ruime keuken stonden de reusachtige kommen "slijtpap" wachtend op de lange, ruw-houten tafel te dampen. Als uitgehongerden vielen de slijters er op aan. Enkele waren zóó moe dat hun zware oogleden onder het slurpend eten neerzakten.

Het arme dier, dat anders zoo weerbarstig was, wanneer men iets met hem deed dat niet naar zijn zin was, onderwierp zich nu aan alles. Het drukte zich tegen mij aan zonder eene enkele poging om zich te verzetten. Het was niet koud meer; zijn lijf brandde. Mijn meester was naar de keuken gegaan en kwam weldra met een groote kom warmen wijn met suiker terug.

De zoons van Sidi Abder Rahman, van wie de oudste ongeveer 25 jaar was, aten op de plaats bij de keuken met de slaven.

Hij stond dus weer op, en verliet, zeer zacht om niemand wakker te maken, de slaapkamer. Beneden schoof hij den grendel van de achterdeur en ging het erf over naar den stal. Licht mee te nemen had hij niet noodig geoordeeld; trouwens, de lantaarn stond in de keuken, en die was gesloten. Hij moest dus in den donker voederen, zoodat dit iets langer duurde dan gewoonlijk.

En alles wat ik je te zeggen heb, is: dat dáár de deur is." "Hola, hola," bracht de ander in het midden. "Spreek ik tot dooven?" tierde Jansen. Als geranselde doggen dropen zij af. "Ik heb ze aan de deur gezet," zei Jansen in de keuken. Anna boog zwijgend het hoofd.