United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wouter was wreed genoeg, de herinneringen van den ouden man aantezetten tot wat gehuppel. Immers deze vraag moet Jansen, die Liesje op 'n heel andere manier heeft liefgehad, dan hij zelf indertijd wist, schrijnende pijn doen. ................................................................... "En, m'nheer, bezocht u Liesje niet?

Ja 't is schande van je moeder! Zoo-even zag je 'r nog zoo snoepig uit ... geen uur geleden! En nu ... leg maar gerust tegen me-n-aan. Och, wat zal Fem er van zeggen? De meid zal desperaat wezen, en... ik ook! Wouter richtte zich 'n weinig op, en wreef zich de oogen uit. Zeg, wat is er aan je gebroken? Wil je dat ik pater Jansen laat roepen? Och, 't wurm kan niet spreken! Wat is er aan je stuk?

Bij zoo'n bezoek ontdooide het strak en streng gelaat van Reinard Jansen, en iets als zonneschijn begon te schemeren op dat door de zon verbrand gelaat. Een Engelsche Boer dat kon er ook nog zoo wat mee door, maar in den Engelschen koopman zag baas Jansen den spion, den verrader, die het land ging verkennen voor Engeland.

Frits Jansen echter keert zich om op zijn paard, heft beide handen juichend omhoog, en roept met luidklinkende stem; »Voor vrijheid en recht hoera!" en snel zijn ros en ruiter achter de eerste heuvelrij verdwenen. Midden in den nacht boog een eenzaam ruiter de lange oprijlaan in van eene Transvaalsche boerenhofstede.

Allard werd plotseling teruggeroepen, en nu dit geschied was, stelde Jansen zich ten taak, de tijdelijke scheiding tot eene duurzame te maken.

Met loome schreden nadert Eliëzer zijn heer, en op zijn donker gelaat ligt een groote droefheid. »Eliëzer," zegt Jansen, »vertel mij, wat gij er van weet!" »Baas," zegt de Kaffer, »als een voerman een jong, schichtig paard heeft, behoort hij dan niet naar zijn paard te kijken?" »Ga voort," zegt Jansen.

Trouwens in 't leeren muntte hij uit. Dat was zijn gebied, zijn domein; daar versloeg het fijne, teêre ventje al zijn makkers. »'t Is een mirakel, zooals het ventje leeren kan!" zeide Jansen meer dan eens; »hoe krijgt hij 't in zijn hersens!" »Ik denk, dat bij onze jongens de hersenpan te dik is," meende een buurman; »de geleerdheid kan er niet door."

En Frits Jansen begrijpt nu zijn vader, en terwijl zijne oogen vochtig worden, antwoordt hij: »Dan zullen we dit opschrift nemen. Hoe zoet is het, verzoend te zijn!" »Ja," zegt zijn vader, terwijl zijn blik vol liefde en welgevallen rust op Frits, »ja, mijn kind, dat zullen wij tot opschrift nemen. En nu jongens, vooruit! Op naar Waterfontein!

Wacht eens, misschien weet mijn buurman Jansen, de klompenmaker, het wel. Als ik me niet vergis, heeft die het touw eene poos in huis gehad. Kom maar mee, ik zal 't hem vragen." Baas Martens legde zijne bijl neer en ging met Hans naar 't huis van den buurman. "Hei, Jansen," riep de baas, "waar zit je?" Dadelijk kwam Jansen voor 't open raam en vroeg, wat er te doen was.

Een schelle schicht purperrood vuur schoot langs de daken: een paar sekonden, en krakend barstte de stilte aan rinkelende scherven, alsof de hemel doorzeeg. Vader Jansen sloeg een kruis. Angstig schoolden de meisjes samen. Moeder kwam uit de keuken met de gewijde kaars, die op een luchter geplaatst werd en ontstoken. "Kinderen," zei ze, "haalt wat van den kruidwisch op zolder.