United States or Switzerland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kom mee, mijnheer Krap, u moet ons helpen met een paar inlichtingen. Lona heeft de gordijnen voor het raam dichtgetrokken en wil juist ook dat voor de openstaande glazen deur dichttrekken, als Olaf van bovenaf op de tuinpad springt. LONA. O! Goede Hemel, jongen, is me dat doen schrikken! Sst! tante! LONA. Spring je uit het raam? Waar moet je naar toe? OLAF. Stil; niets zeggen.

Hij vluchtte, hij zwierf twee dagen in vrijheid op het veld, zoo het vrijheid kon heeten, vervolgd te worden, elk oogenblik angstig om te zien, bij ieder gerucht te schrikken, voor alles bevreesd te zijn, voor den rookenden schoorsteen, voor den voorbijganger, voor den blaffenden hond, voor het galoppeerend paard, voor de slaande klok, voor den dag, wijl men dan ziet, voor den nacht, wijl men dan niet ziet, voor den weg, voor het pad, voor de haag, voor den slaap.

Er werd heel wat gelachen, gezongen en gekheid gemaakt, ook maakte Sander nu en dan met zijn klephoorn de vogels aan het schrikken, wier onbezorgdheid voor het overige veel overeenkomst had met de gemoedsstemming van het zwervende gezin. Dit alles nam echter niet weg dat de dagen, gedurende welke zij op reis waren, niet in ledigheid mochten worden doorgebracht.

Ze zat weer alleen te werken, in onvrede met zichzelf, met donkere voorgevoelens van droeve dingen, die gebeuren zouden, stemming, waar ze onder leed, sinds ze weer hier was teruggekeerd, toen opeens Gerard binnenkwam, 't gezicht bleek, de blauwe oogen onrustig wijd-open. "Je moet niet schrikken, Go; ik moet je iets akeligs vertellen." "Eddy!" gilde ze, de handen uitstrekkend.

»Neen, jongejuffrouwen, maar Mevrouw is al gekleed naar beneden gegaanNa enkele sekonden wordt er aan Mama's kamerdeur geklopt en op het binnen! klinkt het als uit één mond: »Mama, heeft Gustaaf getelegrafeerd? Weet u er alles van? Is de Koningin wel?« »Maar kinderen, ondeugden! Zul je eerst je Moeder goeden morgen zeggen; jullie doet me schrikken met al je nieuwsgierige vragen

Zulk een bangmakerij is bij velen nog een opvoedingsmiddel, een middel dat, waar 't oude kwalen genezen moet, nieuwe veroorzaakt. Tot mijn kindergebreken schijnt ook te hebben behoord, dat ik weleens in den spiegel keek. Om me hiervan terug te schrikken werd me wijs gemaakt, dat in den spiegel Haantje Pik woonde.

Hij vond de blinde met den jongen Sander in de armen, ontsteld en bleek, den hemel haren doodelijken angst klagende. "Moeder, blijf toch rustig en doe de kinderen zoo niet schrikken," zeide hij. Maar bij het hooren zijner stem hief zij juichend de handen in de hoogte en riep met blijdschap uit: "Jan, Jan, gij zijt het! Ha, gij leeft! God zij gezegend! Ik meende, dat gij dood waart...."

Eigenlijk was het een gemeene streek, om die menschen zoo aan het schrikken te maken. En ook gevaarlijk voor mogelijke zieken. Wie weet, of daar niet een vrouw in de bitterste armoede op haar man, op haar zoon zat te wachten, een woesten dronkaard. En hoe dan die arme vrouw, doodelijk verschrikt, zou opspringen. Ach, er wordt in die kleine woningen zooveel ellende geleden.

Ga stil liggen, kind; gij doet mij schrikken." "Zeg mij slechts één ding één ding als het u blieft. Heeft Tom Sawyer het ontdekt?" De weduwe barstte in tranen uit. "Stil, kind, stil! Ik heb al meer gezegd, dat gij niet moet praten. Gij zijt zeer, zeer ziek." Zoo! dus was er niets dan drank gevonden. Het zou wel eene groote opschudding gegeven hebben, indien het de schat was geweest.

'k Heb voorlang die valsche Goôn verstoten Die gruwlen dulden, ja bevelen. 'k Bid geen Maan, Geen Starren. 'k roep geen Zon tot mijn bescherming aan: Mijn arm was my genoeg. Maar in deze oogenblikken Gevoel ik me aangetast door onverwinbre schrikken.