United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sisa was niet bijgeloovig, maar ze had zooveel over voorgevoelens en zwarte honden hooren spreken, dat ze door ontzetting aangegrepen werd. Ze sloot ijlings de deur, en zette zich naast het licht neder. De nacht begunstigt het geloof aan allerlei akeligs, en de verbeelding bevolkt de lucht met spoken.

En nu komt mijn stommiteit: omdat ik niet hebben mag, wat ik hebben wil, keer ik mij van alle anderen af en zit er over te tobben. Dat is zwakheid, groote zwakheid. O! die dagelijks terugkeerende lamme strijd mat zoo af. Ik kan beter de roe verdragen dan die aanhoudende speldeprikken. En dan heb ik zóóveel akeligs bijgewoond en doorgemaakt in den laatsten tijd.

Wat is er? vroeg de luitenant verwonderd. Maar de kapitein antwoordde slechts door de hand uit te strekken naar de poort, en stond als verlamd van schrik met wijd opengespalkte oogen te kijken. De luitenant hief het hoofd op en kon, ofschoon op iets akeligs voorbereid, nauwelijks een kreet van afschuw weerhouden.

"Nu kunnen wij ons naar eene beek, een put begeven en ons zal niets ontbreken, onze levensmiddelen zijn voldoende en met water zouden wij eene maand wachten zonder te lijden. Maar de dorst is iets akeligs."

De smid vond er iets akeligs in om iemand zoo bleek en zoo stijf te zien liggen; dat had zooveel van een doode, en een doode.... bah! dat was geen ding waar hij mee overweg kon.

Daarna nam hij zijn mand op en verwijderde zich om elders hetzelfde nog eens te doen. Maria Clara had een voorgevoel van iets akeligs, en vroeg vol belangstelling naar dat vreemde wezen. "Dat is de melaatsche," antwoordde Iday. "Vier jaar geleden heeft hij die ziekte opgedaan: sommigen zeggen doordat hij zijn moeder verpleegd heeft, anderen weer doordat hij in de vochtige gevangenis geweest is.

Een moord is iets akeligs; een moord in koelen bloede gepleegd, wie beeft er niet van?

Toen zij het spookhuis naderden, was er iets zoo akeligs en huiveringwekkends in de doodelijke stilte onder de brandende zon en iets zoo neerdrukkends in de eenzame, verlatene plaats, dat zij een oogenblik bang waren om binnen te gaan. Zij kropen naar de deur en keken bevend door een reetje.

Het scheen in haar versuften geest van oude kwezel onomstootbaar vast te staan, dat de vereeniging der beide seksen zelfs de door den echt gewettigde iets buitengewoon akeligs en onteerends was, hetwelk tenauwernood door een voorbeeldig kuischen omgang vóór het huwelijk eenigszins vergoed kon worden.

Mevrouw Lövdahl ging tusschen de jongens in zitten en begon aan een appel. "Wat is dat nu voor gedoe, wat jelui voor morgen leeren moet?" Abraham telde 't op: "Grieksch, Latijn, Wiskunde......" "Bah!" zei Mevrouw Lövdahl, "Grieksch! dat is zeker wat akeligs."