United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen wij na eenigen tijd, van onze wandeling door het binnenste van het eiland weer op onze landingsplaats kwamen, liet de kok ons een vrij groote mand, uit boomschors vervaardigd vol versch gevangen visch zien, die het opperhoofd juist in persoon was komen brengen, waarschijnlijk als een bewijs van zijn dankbaarheid voor den brandewijn.

Dadelijk werd een mand naar beneden gevierd, waarin levensmiddelen, eene flesch brandy, eenige pinten koffie. De eerste stuurman had veel moeite om hen bij het stillen van den honger tot bedaardheid aan te manen. Daarna vroegen de schipbreukelingen: "Waar bevinden wij ons?" "Op vijftig mijlen afstand van de kust van Chili en van den archipel der Chorus-eilanden," antwoordde Robur.

Hij zit op zijn hooge kruk te popelen van ongeduld. "'t Is juist een kolfje naar mijn hand," denkt hij, "en als hij door de mand valt, zal ik hem nog eens ferm de huid volschelden," zegt hij in stilte. "Laat Janus eens even hier komen; waar is hij?" zegt de heer Verhagen, die voor zijn bureau zit. "Hij zit in de keuken zijn boterham te eten, meneer." "Roep hem hier!"

Volgens hem waren de hofmeester en de intendant het met elkaar eens, de helft van het vleesch, dat men voor het huis kocht, werd iederen dag door hen verduisterd. De eerste had een dame wonen over de school van St. Thomas en die van de tweede woonde bij de haven. De heeren lieten iederen morgen aan hunne nimfen een mand met provisie brengen.

En er was een boodschap gekomen, dat we al in geen drie weken op school waren geweest, en een jongen z'n moeder was in den winkel geweest en had verteld, dat ze aan zijn kleeren gezien had, dat hij in 't water had gelegen, en dat hij toen alles bekend had. Het viel niet meer te loochenen en ook wij moesten door de mand vallen. Dit oogenblik herinner ik me nog heel levendig.

Ik zette vooral de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met den haak, het zy met de mand.

Het was op een dag, gelijk van kleur en vreugde als een jaar geleden, dat de kinderen weder speelden in de straten der stede, en er liederen schalden van wijd en zijd. Het zonnelicht was tot diep gezonken in de zee, en drong verre in de huizen. Niemand lette op den eenzamen man, die op zijn schouders een grooten mand droeg, en langzaam, schijnbaar doelloos, zijn weg ging.

"Ik moet weer koffie hebben en suiker en gort en wat rijst en meel en bruine boonen van alles weer evenveel als altijd, als 't je blieft. Hier is mijn mand." En een groote hengselmand van den grond nemend, zette zij die op de toonbank. "Grootmoeder wat beter?" vroeg de bediende, terwijl hij de verschillende zaken afwoog en in zakjes deed.

Hij zag haar langzaam voortstrompelen, en hoorde haar telkens bij zich zelve brommen en zuchten. Eindelijk zette zij hare mand op eene stoep neer en begon den ouden verschoten doek, die over hare schouders hing, te verschikken. "Ik zal uwe mand wel een eind ver dragen," zeide Tom medelijdend. "Waarom zoudt ge?" zeide de oude vrouw. "Ik heb geene hulp noodig."

De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden.