Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Zij sloeg haar armen achter om haar hals, zoodat haar fijne hoofdje in haar handen rustte. In het duister glinsterden haar oogen met een wonderlijken blik, die veraf scheen, doch tevens straalde er een warmte uit, die slechts een groot geluk veroorzaken kan. "Is het niet wonderlijk heerlijk?" herhaalde zij in zichzelf. "Heerlijk?" zeide hij, terwijl hij rechtop in zijn stoel ging zitten.
De kleine troep werd nu het doelwit van onze schutters; allen werden daarvan neergeschoten. De kolonel, opnieuw aan zichzelf overgelaten, kroop nog enkele passen verder, tot hij een klein boschje bereikte, geen tien el verwijderd van de plek, waar hij doodelijk gewond was.
En dat, offers en eerbewijs, is alles wat die goede goden den menschen afvragen; het is maar voor de leus, als, een heel enkele maal, eens wordt gerept van zedelijke verplichtingen. De goden-zelven nemen het onder elkander óók zoo nauw niet, als ieder wel weet, die de heilige verhalen kent. Een hulde-betoon dat op zichzelf een genoegen is; meer vergen zij niet.
Hoe moet 't gaan? vragen al mijne Europeesche vrienden zichzelf af. Wist ik 't zelf maar, lieve menschen, ik zou 't u met plezier zeggen. Allen weten en begrijpen ze in welk een hachelijken toestand wij ons bevinden, en dan zegt men, dat 't verkeerd van mijn Vader was, om mij de opvoeding te geven, die ik kreeg. Neen! neen! niet op mijn liefsten Vader de schuld gegooid! Neen! en nog eens neen!
Daardoor was Jo aan zichzelf overgelaten, want mevrouw March had haar plaats als verpleegster ingenomen, en haar geraden, na de lange opsluiting in de ziekenkamer, eens goed uit te rusten, beweging buiten te nemen en zich te ontspannen.
Vijfhonderd, rijk opgetuigde Arabische paarden, elk met een schitterend zwaard aan den zadelknop, vielen den Cid in handen. Hij hield het vijfde gedeelte daarvan voor zichzelf, zooals dat het gebruik was voor bevelhebbers van dergelijke vrije troepen.
"Dat geloof ik ook!" riep de jongen haar bewonderend aanziende, hoewel hij bij zichzelf dacht, dat ze toch alle reden zou hebben bevreesd te zijn voor den ouden heer, als ze hem in een van zijn booze buien aantrof.
Wanneer wij dooden ontwaken! wanneer wij, die gemeend hebben te leven, en die ons nauwelijks aan ons niet-bestaan konden ontworstelen, eerst de oogen opslaan en het leven gewaar worden in zijn oprechtheid en eenvoud!... Maar dan is het einde nabij. De dichter-peinzer weet het. Hij weet zichzelf, hij weet de afdwalingen en afdalingen van zijn levensbaan, hij weet ook zijn glorie.
Zooals reeds opgemerkt is, mocht de gestorvene zichzelf veranderen in een dier-gestalte, welke hij zelf verkoos.
De Geest kent zichzelf niet dan voorzoover hij de voorstellingen der inwerkingen op het Lichaam waarneemt. Bewijs. St. XX v.d. St. XIX v.d. St. XI v.d. St. XI v.d. St. XVI v.d. St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XXIV. De menschelijke Geest bezit geen adaequate kennis van de deelen welke het menschelijk Lichaam samenstellen. Bewijs. Hulpst. Hulpst. St. III v.d. St. IX v.d. St. VII v.d. St. XIII v.d.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek