United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je kunt mij wat dat betreft gerust om den hals vallen. HILMAR. Oeh! Oeh! MEVR. BERNICK. En kom je nu hier als...? BERNICK. ... en je wilt hier optreden? LONA. Optreden? Hoezoo optreden? BERNICK. Ja ... ik bedoel ... met de kunstrijders.... Hahaha! Ben je niet wijs, zwager? Denk je dat ik bij de kunstrijders hoor? Neen; ik heb wel allerlei kunsten uitgehaald en mij dikwijls gek aangesteld....

En niet mij alléén, maar ook een mooie en zegenrijke toekomst voor de heele stad, die toch ook je beider geboorteplaats is. JOHAN. En ontzie ik jou, dan vernietig ik zelf mijn eigen geluk en mijn heele toekomst. LONA. Ga voort, Karsten. BERNICK. Luistert dan. Het hangt allemaal samen met de spoorweg-kwestie, en dat is niet zoo'n onverschillige zaak als jullie wel denkt.

Bernick zitten mevr. Lynge, Martha Bernick en Dina Dorf. Alle dames houden zich bezig met een handwerk. Op de tafel liggen groote stapels halfgereed of geknipt linnengoed en andere kleeren.

HILMAR. Ja, jij bent nu eenmaal een optimist. Maar nu hebben wij ze weer op ons dak natuurlijk. LONA. Hoe is 't, Hilmar, jaag ik je de kamer uit. HILMAR. Volstrekt niet. Ik had juist een beetje haast; ik moet Betty even spreken. Wel, Lona? LONA. Ja? BERNICK. Hoe sta ik van daag voor je? LONA. Net als gisteren. Een leugen meer of minder.... BERNICK. Ik zal je opheldering geven. Waar is Johan?

Maar wat wil je dan toch eigenlijk hier, als je nooit hebt kunnen vergeten dat...? Ik begrijp niet dat je hem onder de oogen durfde komen na de schandelijke beleediging die je hem hebt aangedaan. LONA. Ja, Betty, toen heb ik mij leelijk vergaloppeerd. MEVR. BERNICK. En hoe grootmoedig heeft hij het je niet vergeven, hij, die toch nooit iets misdaan had!

DINA. U moet nu niets zeggen! MEVR. BERNICK. Wat moet dat beteekenen?

LONA. O, gedwongen.... BERNICK. Denk je soms dat ik mij op dit oogenblik gelukkig voel? LONA. Neen, ik geloof niet dat je je zoo echt heelemaal gelukkig voelen kunt. BERNICK. Lona, je veracht me. LONA. Nog niet. BERNICK. Daartoe heb je ook niet het recht.

MEVR. BERNICK. Mijnheer Rörlund, ik heb met den besten wil niet kunnen beletten.... R

Daar hebben wij het! ik heb hen niet verzocht om terug te komen; ik heb hun niet geschreven; ik heb hen niet bij de haren hierheen gehaald...! O, dat heele liedje ken ik al van buiten! Wat ben je vreeselijk onaardig!... BERNICK. Juist, zoo is 't goed; ga nou maar grienen, dat de heele stad ook dáárover kletsen kan. Schei uit met die aanstellerij, Betty!

BERNICK. Denk je soms dat ik uit egoïsme handelde zoo als ik het deed? Als ik toen alleen gestaan had, dan zou ik flink en moedig van voren af aan begonnen zijn. Maar je hebt geen idee hoe een zakenman, onder den druk van een onmogelijke zware verantwoordelijkheid, samengroeit met de zaak die hij erft. Weet je wel dat het wèl en wee van honderden, ja duizenden, van hem afhangt?