Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
BILLING. Vindt u dat heerlijk? PETRA. Ja; dan slaap je zoo lekker. MORTEN. Zeg, Petra, jij moet wel erg zondig zijn. PETRA. Zondig? MORTEN. Ja, als je zooveel werkt. Mijnheer Rörlund zegt dat werken een straf is voor onze zonden. Poeh! Wat ben jij dom om zoo iets te gelooven. MEVR. STOCKMANN. Nou, nou, Ejlif! Neen, die is prachtig! HOVSTAD. Zou jij niet graag zooveel willen werken, Morten?
MARTHA. Ik ga met je mee, Dina. En ik moet u ook verzoeken mij even te verontschuldigen, dames; misschien kunnen wij aanstonds wel buiten koffie drinken. Rörlund staat in de deur en praat met haar. Lieve hemel, mevrouw Lynge, wat heeft u mij doen schrikken! MEVR. LYNGE. Ik? MEVR. HOLT. Ja, maar u begon er toch zelf over, mevrouw Rummel. MEVR. RUMMEL. Ik?
Je hebt nog tijd genoeg vóór je.... Kijk, daar zijn de jongens ook al. MEVR. STOCKMANN. Heb je vrijaf gekregen van daag? MORTEN. Neen; maar we hebben gevochten met de anderen in den vrijen tijd.... EJLIF. Dat is niet waar; het waren de anderen die met ons begonnen te vechten. MORTEN. Ja, en toen zei mijnheer Rörlund dat wij beter deden eenige dagen thuis te blijven. Nu heb ik het!
MEVR. BERNICK. Mijnheer Rörlund, ik heb met den besten wil niet kunnen beletten.... R
BERNICK. Ik moet beginnen met de loftuigingen af te wijzen, waarmee u, mijnheer Rörlund, volgens oud gebruik bij dergelijke gelegenheden, mij heeft overladen. Ik verdien die niet; want ik ben tot op dezen dag geen onzelfzuchtig man geweest.
Het begint heel mooi met de woorden: "Houdt hoog het vaandel der idee." En Rörlund heeft de opdracht gekregen de feestrede te houden. Daar moet je natuurlijk op antwoorden. BERNICK. Dat kan ik niet van avond, Rummel. Zou jij 't niet...? RUMMEL. Onmogelijk, al zou ik 't graag doen. De toespraak wordt, zooals je wel denken kunt, voornamelijk tot jou gericht.
Rörlund treedt binnen aan het hoofd van de feestcommissie, vergezeld van een paar huurbedienden, die een overdekte mand dragen. Achter hen komen de burgers van de stad van alle standen, zooveel als de kamer maar bergen kan.
RUMMEL. De heele stad is op de been, Bernick. Het is waarlijk een verheffend oogenblik. VIGELAND. Laat ons het in deemoed aannemen, meneer Rummel. RUMMEL. Alle banieren zijn er bij. Wat een stoet! Daar hebben we de feestcommissie met mijnheer Rörlund aan het hoofd. BERNICK. Laat ze nu maar komen, zeg ik! RUMMEL. Maar hoor eens, in den opgewonden toestand, waarin je verkeert.... BERNICK. Wat dan?
Ons klein nijver stadje staat, Goddank, tegenwoordig op een standpunt van gezonde moraliteit. Wij hebben allen ons best gedaan om den bodem te draineeren, als ik 't zoo noemen mag; en dat zullen wij ook verder doen, ieder op zijn manier. U, mijnheer Rörlund, blijft voortgaan met uw zegenrijk werk in school en huisgezin. Waar zit Olaf vandaag?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek