United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar toen het schandaal binnen onze eigen vier muren begon.... DOM. MANDERS. Wat zegt u! Hier! MEVR. ALVING. Ja, hier in ons eigen huis. Ik had iets te doen in die kamer en de deur stond áán. Toen hoorde ik ons kamermeisje de tuintrap opkomen met water voor de bloemen daarginds. DOM. MANDERS. Ja, en...? MEVR. ALVING. Even daarna hoorde ik dat Alving ook kwam.

Hy wist zeer goed wat er zou geschied zyn indien hy 't gewaagd had zich in dit geval te beroepen op 't oordeel van z'n moeder. In tegenwoordigheid van Laps zou men z'n opmerking bedolven hebben onder 'n stortvloed van verwytingen over z'n "brutaligheid." En na 't vertrek van 't schepsel, had men hem gezegd: Je bent toch 'n dom kind!

"Is het reeds lang geleden dat uw minnaar hier was?" vroeg Adelgonde, door de woorden van Anne op andere gedachten gebracht. "Nog gisteravond," antwoordde het meisje: "maar drommels en drommels! wat ben ik toch schrikkelijk dom en stoffelachtig!" vervolgde zij, zich eensklaps bezinnende: "Nu hebt gij reden om mij dapper te beknorren. Hij heeft mij iets voor u meegebracht!"

Wanneer ik iets duidelijk meende uitgelegd te hebben, zoodat mijns inziens geen vergissing mogelijk was, bleek de andere iets geheel anders te hebben begrepen. En beiden vonden wij het erg dom en onbegrijpelijk van elkaar. Om half vijf waren wij weer in Kyoto terug en gingen eten in het reeds genoemde restaurant, waar men een zeer goede, europeesche tafel krijgt voor niet veel geld.

Duvaucel noemt den Siamang langzaam, dom, onbeholpen, lui, onhandig, vreesachtig en vervelend, onverschillig tegenover zijne verzorgers en onvatbaar voor welwillende, zoowel als voor wraakzuchtige gevoelens. Forbes daarentegen roemt zijne tembaarheid en aanhankelijkheid.

Nu wilde ze Gösta toebehooren, zonder eenige bedenkingen. Wat was ze toch dom geweest, toen ze jaren lang haar liefde bedwong. O heerlijk, heerlijk is 't zich over te geven aan de liefde, haar te voelen branden in 't hart. Maar zou ze dan nooit, nooit uit de kluisters van ijs bevrijd worden? Tot nu toe was ze van binnen koud en van buiten vol gloed geweest.

Bekker vond dat zoo'n man dat woord eigenlijk niet mocht uitspreken, dat moest niet mogen. "Wat zei je tegen hem?" Ik had niks gezegd, ik had maar naar z'n gezicht gekeken en gevonden dat-i zoo'n dikken kop had en gedacht: "hij weet niet wien hij voor heeft, daar is hij te dom voor." En ze betaalden ons slecht de heeren. En verliefd waren we.

Toen hij eenige oogenblikken geleden den maatstok neerlegde en gearmd met den advocaat heen en weer wandelde op de gladde steenen tusschen de Romeinsche poort en het palazzo Geraci, had een ieder moeten zien, hoe goed hij zich kon meten met den schoonen Favara. Donna Elisa had in gezelschap van de sindaco's-vrouw op de steenen bank onder den dom gezeten.

Ook zijn de Osmanen groote vrienden van stille familie-feesten in den kring der hunnen, en eenige dezer feesten, b.v. het jaarlijks in iedere huishouding terugkeerend tulpenfeest, zijn van zeer liefelijken aard. De natuur heeft evenmin het hoofd als het hart der Turken stiefmoederlijk bedeeld. Zij zijn niets minder dan dom en onleerzaam.

Dicht bij den dom staat het Battisterio, de doopkapel, een achthoekig gebouw van de twaalfde eeuw; de marmeren doopvont werd in 1502 door Andrea Contucci gebeeldhouwd; het Ciborium wordt aan Minoda Fiesole toegeschreven. De Hemelvaart op het hoofdaltaar is, naar men zegt, het werk van Pomerancio. Welke kunstschatten ook wederom hier, in de ongenaakbare hoofdstad van dit arme en vergeten bisdom!