Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
"Kunt ge mij geen hoop geven?" zeide hij eindelijk, met een doffe stem. "Om Godswil, denk na voordat gij antwoordt gij weet niet wat het voor mij te beteekenen heeft. Voor u is het niets gij hebt er geen gevoel van. Ik gevoel, en uw woorden snijden als een mes. Ik weet wel dat ik dom en vervelend ben, maar ik heb een gevoel alsof ge mij een doodsteek hadt gegeven. Gij hebt een hart van steen."
En nog gevaarlijker was het, dat de broeder van den waard Ismilan u voor de rechtmatige bezitters der Koptscha gehouden en daarom gezegd had dat gij naar Sbiganzy gaan moest. Ja, dat is zeker heel dom van hem geweest. Maar het zal ons nu wel zeer moeilijk vallen, zoo al niet onmogelijk zijn, om van dit voordeel gebruik te maken. Dat is waar.
Zoo iemand kón immers niet slecht zijn nee, goed en groot was hij, maar neergehaald door de omstandigheden; hij zelf leed er zoo onder; maar ze zou 'm wel opheffen, ze zou 'm mogen helpen, en o, ze wilde er niet blij om zijn om hem, omdat hij het treurig vond,... maar voor haarzelf was 't zoo zalig, iets groots, iets moeilijks voor hem te kunnen doen.... Ze had 'm vanavond niet genoeg gezegd; ze had moeten zeggen, dat ieder goed zijn moet, omdat daar buiten geen bevrediging is, omdat slechtheid onvoldaan en onrustig maakt; maar hij geloofde niet aan goed en slecht; hij praatte alleen van je leven zoo aangenaam en ongemerkt mogelijk doorbrengen, en hij had zooveel gelezen, filosofen en zoo; ze was maar 'n dom kind, zou ze 'm wel ooit kunnen helpen om te leven?
'O ja! een van mijn beste vrienden, en ik heb veel vrienden. Maar ik wist dat ook zonder Wistik. Ik weet veel meer dan Wistik. Wistik is een goed ventje, maar dom, buitengewoon dom. Ik niet! lang niet! En Pluizer klopte zelfvoldaan met zijn mager handje op zijn groot hoofd. 'Weet je, Johannes, ging hij voort, 'wat een groot gebrek van Wistik is?
Aandoenlijke begoocheling eener moeder! Zij meende nog altijd, dat men haar het kind bracht. "Nog niet," hernam de geneesheer, "niet in dit oogenblik. Ge zijt nog koortsig. Het gezicht van uw kind zou u te veel ontroeren en nadeelig zijn. Vóór alles moet ge hersteld zijn." Zij viel hem heftig in de rede: "Ik ben hersteld, ik zeg u dat ik hersteld ben. Hoe dom van dien dokter.
Ik kwam tot de overtuiging dat moeder Natuur mij met geen bijzonder snugger gezicht had begiftigd, want in de kunst van veinzen, had ik het niet zoover gebracht dat ik mij zoo van den domme kon houden, en dom moest men zijn, om die mannen niet onmiddellijk te doorzien.
Zij kon evenwel niet beletten, bij zich zelve te zeggen, dat hij fraai haar, fraaie oogen, fraaie tanden, een bekoorlijke stem had, wanneer zij hem met zijn makkers hoorde spreken, dat hij, zoo men aanmerkingen wilde maken, geen fraaie houding had, maar eene eigenaardige bevalligheid, dat hij in 't geheel niet dom scheen, dat zijn geheel voorkomen iets edels, zachts, eenvoudigs en fiers toonde, en dat hij eindelijk wel arm maar goed scheen.
En als mijn hoofd niet denkt voortdurend aan mijn kleine kind, en als mijn hoofd niet rijp verstandig denkt in mijne zwangerschap, dan wordt mijn kind dom of dof of arrem, zooals zoovelen. Wij vragen den achturendag, omdat het zacht gebabbel van het kleine kind door ons gehoord moet worden.
En toen zag ik dat het machinenaaisel was. Zou dat zijn wat ik met den zwaarsten strijd mijns levens gewonnen had? MEVR. ALVING. Noem het liever uw treurigste nederlaag. DOM. MANDERS. Het was de grootste overwinning van mijn leven, Helene; de overwinning op mijn eigen ik. MEVR. ALVING. Het was een misdaad jegens ons beiden.
»Je bent nog een echte heiden, Marti," lachte Kees. »Neen, heer, dat ben ik niet meer. Als ik nog een echte heiden was, dan zou ik zeker niet zijn meegegaan. Daarvoor waren de voorteekens veel te slecht. Toch geloof ik vast en zeker, dat deze onderneming zal mislukken." »Kom, Marti, wees nu niet zoo dom!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek