Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Die, een dag nadat de "ville de lumière" hem een frénétieke ovatie bracht.... stierf, zonder dat hem iets anders kon worden verweten dan een onverklaarbare afkeer voor den nachtegaal. En niet alleen het groote publiek en de artiest, ook bekende persoonlijkheden onder filosofen en vorsten, hadden zijn gratie en geestige, soms lugubere grappen, zijn tragisch masker en subtiel gebarenspel lief.
Zeg mij met wie je omgaat, en ik zal je zeggen wie je bent! Malum est negotium et est timendum rerum istarum horrendissimum resultatum!" Capitán Tinong werd schrikkelijk bleek, toen hij zooveel woorden op um hoorde: deze klank was hem onheilspellend. Zijn vrouw sloeg de handen smeekend ineen en zeide: "Neef, spreek nu geen latijn tegen ons; je weet wel dat we geen filosofen zijn zooals jij.
Wij zijn gewoon ons voor de waarheid te verbergen, voor de eeuwig vreemde! Maar nu zal zij komen en haar tenten onder ons opslaan, nu zullen allen haar kennen." "Allen?" "Niet alleen de filosofen, maar allen, Mevrouw de Gravin, allen!" "En zal dan Jehova sterven?" "Hij en alle engelen, alle heiligen, alle duivelen, alle leugens!" "En wie zal dan de wereld besturen?"
"Filosofische argumenten kunnen ook niet als zoodanig worden aangemerkt. Alle filosofen, van Plato tot Kant, richten hun streven op één punt: de school te bevrijden van haar hinderlijken, historischen teugel, en in plaats daarvan datgene te vinden wat de mensch noodig heeft. De meer of minder goede resultaten van dit streven vormen den grondslag van hunne leer.
Gestorven dichters, filosofen, priesters, Gij martelaars, gij zoekers, kunstenaars, verdwenene regeerders, Gij die in verre landen uw taal eens tot nieuw leven riept, Gij natiën eens gevreesd, nu klein, vergeten of vervallen, Voor ik saluut breng aan wat er van uw geest nog in ons naleeft durf ik niet uitgaan tot mijn arbeid, Ik heb met u een wijl geleefd en beken dat gij bewondering verdient, Ik denk: nooit kan iets grooter zijn dan het is, niets kan ooit meer verdienen dan het verdient, Ik heb, voor ik u losliet, u gedachtenvol een langen tijd aanschouwd, Nu sta ik hier op eigen plaats en in eigen tijd.
Zij schimpte en schrolde ook dapper op de Jakobijnen en de Filosofen, zoo wel als op den nieuwen Keizer.
130 Nadat ik de oogleden een weinig had opgeslagen zag ik den Meester van degenen die weten, zitten tusschen eene school en volgelingen-stoet van filosofen. 133 Allen bewonderden hem, allen deden hem eer. Daar zag ik èn Socrates èn Plato, die vóór de anderen dichter bij hem stonden; 136 Democritus, die de wereld op het toeval zet, Diogenes, Anaxagoras en Thales, Empedocles, Heraclitus en Zeno.
Te Beaucaire was 'er iemand op den wagen gekomen, die, naar wij vernamen, een voornaam bankier was; hij toonde zeer wel zijn verstand te hebben, doch tevens een hevige Roijalist te zijn, ook verhaalde hij ons, dat de oorlog van Rusland en Zweden tegen Frankrijk onvermijdelijk, en de dood van den Hertog van Enghien daar de oorzaak van was, razende en tierende vervolgens in eenen adem tegen Bonaparte, de Jakobijnen, de Filosofen, de Romans, en zelfs tegen den Paus, en toen wij hem onder het oog bragten, dat Keizer Napoléon toch veel deed, waar over hij zeer te vreden behoorde te zijn, zoo als het herstellen der openbare wegen, het doen graven van vaarten enz. durfde hij wel antwoorden: "en waarom doet hij dat anders, als omdat hij wel weet, dat men geen vliegen met azijn vangt; en wat heeft Lodewijk den XIV. niet gedaan?"
Zoo iemand kón immers niet slecht zijn nee, goed en groot was hij, maar neergehaald door de omstandigheden; hij zelf leed er zoo onder; maar ze zou 'm wel opheffen, ze zou 'm mogen helpen, en o, ze wilde er niet blij om zijn om hem, omdat hij het treurig vond,... maar voor haarzelf was 't zoo zalig, iets groots, iets moeilijks voor hem te kunnen doen.... Ze had 'm vanavond niet genoeg gezegd; ze had moeten zeggen, dat ieder goed zijn moet, omdat daar buiten geen bevrediging is, omdat slechtheid onvoldaan en onrustig maakt; maar hij geloofde niet aan goed en slecht; hij praatte alleen van je leven zoo aangenaam en ongemerkt mogelijk doorbrengen, en hij had zooveel gelezen, filosofen en zoo; ze was maar 'n dom kind, zou ze 'm wel ooit kunnen helpen om te leven?
Moeilijkheden, die de socialistische filosofen bij de menschen in verwarring brengen, of die donker opdoemen in de nabije toekomst vraagstukken betreffende de vermeerdering der individuen in verband met den voedselvoorraad, het evenwicht der geslachten, communaal of individueel eigendom, geschiktheid voor het ouderschap, de opperheerschappij van Recht of Macht dit alles schijnt al lang geleden te zijn vastgesteld in deze verwonderlijke bijenrepubliek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek