United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarom noem ik gene een slaaf, deze evenwel een vrij mensch, over wiens karakter en levenswijze ik thans nog kortelijks een en ander wil opmerken. Stelling LXVII. De vrije mensch denkt aan niets minder dan aan den dood; zijn wijsheid bestaat niet in bepeinzing van den dood, maar van het leven. Bewijs. St. LXIII v.d. St. XXIV v.d.

Ik heb nooit de behoefte gevoeld mij ziek te maken om te werken. Vroeger kon ik alleen 's ochtends werken, maar nu kan ik een beetje werken wanneer ik wil. Dat gaat mij nu gemakkelijker af dan in het begin. Ik ben op het oogenblik bezig met een nogal eigenaardig boekje. Ik noem het "mijn zomerdagboek". Het zijn korte noteeringen van elken dag van mijn leven hier in de natuur.

Zij deed echter precies of ze alleen was, sloeg een bladzijde om en bleef ijverig in het boek kijken. Het was eenvoudig niet om uit te staan, vond Elsje. "Cilly," zei ze. Cécile keek op. "Och kind, noem mij als 't je blieft maar Cécile, dat spreek je in ieder geval beter uit dan Cilly. Het is of je tien s's in het woord brengt, zoo dwaas en ordinair komt het er uit. Wat is er?"

"Met uw verlof, mevrouw, zoo lang onverschilligheid de eenige vorm is waaronder gij hem uwen afkeer laat blijken, kan hij te goeder trouw meenen dat uwe koelheid slechts voorbijgaande is." "Noem Ruardi en de goede trouw niet in één adem, wat ik u verzoeken mag. Hij is de valschheid in persoon. Hebt gij hem dan niet gezegd dat ik hem met mijn geheele hart verfoei? Waar waren uwe zinnen, Sarah?"

Het eerst gebruikt in de Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung XXIII door W. Förstemann, die in het vervormen van sommige woorden in den volksmond een bewijs van kerngezonden volksgeest zag, won deze benaming steeds meer veld, en hiermee gepaard ging een nader onderzoek van het gesignaleerde verschijnsel; ik noem slechts de namen van Max Müller, Andresen, die heel wat materiaal verzamelde in zijn Deutsche Volksetymologie, Moltzer en Verdam.

"Het eene hangt samen met het andere: als ik u gulweg Leo noem, dan verval ik al heel licht tot mijne gewone wijze van zijn, en ik ben niet zeker dat er dan niet eens een uitval volgt, die...." "Gij zijt in eene plaagzieke luim, Francis! gij wilt het mij doen berouwen, dat wij Majoor Frans op den achtergrond hebben gezet."

Ik ken u voldoende om te weten dat, wanneer ik weg ben, de Kodscha Bascha weer zal doen en laten wat hem goeddunkt, en de persoon van wien ik alles vernomen heb, zou het dan hard hebben te verantwoorden. Het is dus beter dat ik geen namen noem. Maar hoe kunt gij dan de bewijzen leveren? O, dat gaat wel.

Na het ontbijt, omstreeks tien uur, gingen wij naar den oever. "Nu zijn wij weer aan land," zei Koenraad. "Dit noem ik geen land," antwoordde de Amerikaan; "bovendien zijn wij er niet op, maar er onder." Tusschen den rotswand en het water was een zandig strand, dat op zijn grootste breedte vijfhonderd voet breed was; over dit strand kon men gemakkelijk om het meer heen wandelen.

Ik zou 't voor geen geld ter wereld willen missen, want het is mijn Sesam-open-u? Aha! nu begrijp ik 't uw gewone truc. Noem het, zooals u wil, mijnheer, maar 't is voor mij een levenskwestie, dat ik persoonlijk toegang krijg tot menschen van positie en stand.

»Waar zou hij toch zoo lang blijven?" »Hij is op de hangende tuinen. Mijn vader en Gobryas zullen hem ophouden." »Dat noem ik toch waarlijk bijzonder beleefd!" liet zich op eens de stem van Zopyrus hooren. »Bartja noodigt ons aan zijn disch, en laat ons, terwijl hij geheimen behandelt, zonder gastheer zitten!" »Wij komen, wij komen!" antwoordde deze.