Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Nog even stak hij het hoofd uit het portier om ons toe te roepen: "niet veel zaaks!" 't welk het reisgezelschap, op goede gronden, op zich kon toepassen. Daar reed hij heen. Wij wandelden tezamen nog even de poort uit; want ik noem het hek met alle Haarlemmers, die de poort gekend hebben, nog altijd met dien naam.

"Ach! noem mij niet meer neef, maar alleen Jochem; en als ge met mij trouwt, zult gij me wel beter leeren kennen." Toen zei het meisje een heel langen tijd geen woord, maar keek voor zich op den grond, en Pols begreep, dat hij nu een voetval zou moeten doen, maar het was zoo schrikkelijk vol op de straten, dat hij er geen plaats toe vond.

Dan ontstaat wat ik geestelijke kunst noem. Daaraan neemt de natuur wel degelijk deel, want je ziet de duinen; alléén: niet op de wijze van gewone waarneming zie je de natuur, maar als een een-wording met den geest.

"Ach," zeide zij, "wees goed!" En zij voer voort: "Wat ik goed noem is, dat ge lief zijt en hier komt wonen; er zijn hier vogels evenals in de straat Plumet; dat ge met ons woont, de spelonk in de straat de l'Homme-Armé verlaat, ons geen raadsels ter oplossing geeft, zijt als iedereen, dat ge met ons dineert, ontbijt en mijn vader zijt." Hij maakte zijn handen los.

Ik noem bergen steil, die jij grootsch zoudt noemen, ik vind vormen vreemd en wanstaltig, die mij moesten verrukken door hun grillige woestheid, en ik zeg, dat ik voorwerpen op een afstand niet kan onderscheiden, terwijl ze volgens jou slechts vaag zouden schemeren door de wazige zachtheid van een nevelige atmosfeer.

De goedheid, die dient om een publieke vrouw tegen den burger, een politieagent tegen den maire, den mindere tegen den hoogere in 't gelijk te stellen, deze noem ik een verkeerde goedheid. 't Is met zulk een goedheid, dat de maatschappij in wanorde komt. Mijn Hemel! 't Is zeer gemakkelijk, goed te zijn, maar 't is moeielijk rechtvaardig te wezen.

"Dat is wel mogelijk, maar noem mij gerust neef, want er zijn excepties, en ik hoop te bewijzen dat ik er toe behoor." "Als d

Neen, dat noem ik nog geen dapperheid, om overal rond te loopen, waar men hem niet noodig had... Wien zoudt gij dan dapper noemen? Dapper! dapper!... herhaalde de kapitein op die manier van iemand, wien men voor het eerst een dergelijke vraag doet.... Dapper is hij, die zich gedraagt zooals het behoort, zeide hij, na een oogenblik nadenkens.

Heeft Ibsen's geboortejaar, het jaar 1828, als ik het noem en voor mijn verbeelding opstel, niet zijn eigen min of meer expressieve physionomie? Het is een grensjaar. De wereld, ondanks de doorstane Revolutie, ligt dan nog in banden. Wat oud is en vervallen en niet meer mocht bestaan, overheerscht nog schijnbaar.

Tot de algemeene faktoren, die invloed op den spreekwoordenschat van ons volk hebben uitgeoefend, behoort zeer stellig het bijbellezen; ik noem slechts: "waar het hart van vol is, loopt de mond van over"; "die een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in" enz., zie b.v. Dr. Ook de invloed van Vader Cats is niet te onderschatten.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek