Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Bij het vallen van den avond, met klokslag van negen uren was hij, zooals hij aan Cosette had beloofd, in de straat Plumet. Toen hij het hek naderde, vergat hij alles. Sinds acht-en-veertig uren had hij Cosette niet gezien; nu zou hij haar wederzien; voor deze gedachte verdwenen alle andere, en hij voelde niets dan een onbeschrijfelijke, innige vreugd.

Wij hebben meer dan eens op dezen karaktertrek van Marius gewezen. Hij herinnerde zich, dat hij, in de dronkenschap zijner liefde, in de straat Plumet, gedurende deze zes of zeven verrukkelijke weken, zelfs Cosette van het drama in het oude huis Gorbeau niet gesproken had, waarbij het offer zulk een zonderlinge rol had gespeeld, door gedurende den strijd te zwijgen en later te vluchten.

Laat ons thans gaan. Men mag niet ondankbaar zijn." Zij vlogen heen als twee zwaluwen naar de lente. Deze tuin in de straat Plumet maakte een indruk op hen als de dageraad. Achter hen in hun leven was reeds iets als de lente hunner liefde. Cosette had nog huur aan het huis in de straat Plumet. Zij gingen naar dien tuin en dat huis. Zij herinnerden zich alles en vergaten er alles.

Zij was Courfeyrac gevolgd, zij had kennis genomen van de plaats waar de barricade werd opgericht; en, overtuigd, dat Marius, die geen bericht had ontvangen en wiens brief zij had onderschept, tegen den avond zich naar de gewone vereenigingsplaats van elken avond zou begeven, was zij naar de straat Plumet gegaan, had er Marius gewacht en hem in naam zijner vrienden de oproeping gedaan, die, zoo zij meende, hem naar de barricade moest voeren.

Op een namiddag van een der eerste Aprildagen, die reeds warm, maar nog frisch zijn, en waarin de zon haar grootste vroolijkheid verspreidt, ontwaakten de tuinen, die de vensters van Marius en van Cosette omringden, uit den winterslaap; de hagedoorn ontlook, de violieren prijkten als juweelen op de oude muren, de rooskleurige bloempjes staken hun kopjes uit de spleten der steenen, in het gras zag men de knoppen van madeliefjes en goudsbloemen, de witte vlinders vertoonden zich, de wind, deze speelman der eeuwige bruiloft, beproefde in de boomen de eerste noten der groote dageraads symphonie, welke de oude dichters de wedergeboorte noemden, toen zeide Marius tot Cosette: "Wij hebben gezegd, dat wij onzen tuin in de straat Plumet eens wilden wederzien.

Voorheen noemde men ze de straat Blomet... Nu herinner ik mij. Ik heb van het meisje van het hek in de straat Plumet hooren spreken. In een tuin. Een Pamela. Ge hebt geen slechten smaak. Men zegt, dat zij zeer lief is. Onder ons gezegd, geloof ik dat deze zotskap van een lansier haar een weinig het hof heeft gemaakt. Ik weet niet hoe ver 't gegaan is. Nu, dat doet er niet toe.

De voorbijganger sloeg een blik om zich, zag niemand, waagde het niet in den donkeren hoek te zien en was zeer ontrust. Hij verhaastte zijn schreden. De man had gelijk zich te haasten, want weinige oogenblikken daarna, slopen zes mannen, op eenigen afstand van elkander gaande, en welke men voor een patrouille had kunnen houden, dicht langs de huizen, in de straat Plumet.

Toen hij om den hoek der straat Plumet ging, hoorde hij in zijn nabijheid zeggen: "Goeden avond, mijnheer Marius." Hij richtte het hoofd op en herkende Eponine. Dit maakte een zonderlingen indruk op hem. Hij had geen enkelen keer meer aan dit meisje gedacht sedert den dag dat zij hem naar de straat Plumet had gevoerd; hij had haar niet weder gezien en zij was geheel uit zijn gedachte verdwenen.

Gaarne ging hij met Cosette de behoeftigen en kranken bezoeken. Geen vreemde had toegang in het huis der straat Plumet. Vrouw Toussaint bracht de mondbehoeften, en Jean Valjean zelf ging het water aan een nabijgelegen pomp op den boulevard halen.

Zijnerzijds sprak de portier met Valjean, zeggende: "Mijnheer, wie is toch die zonderlinge jongeling, die naar u vraagt?" Den volgenden dag sloeg Jean Valjean op Marius dien blik, welken Marius eindelijk opmerkte. Acht dagen later was Jean Valjean verhuisd. Hij zwoer, dat hij geen voet meer in het Luxembourg, noch in de Westerstraat zou zetten. Hij keerde terug naar de straat Plumet.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek