Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Het bleef gemeubeld met zijn oud huisraad, en stond altijd te koop of te huur, en de tien of twaalf personen, die jaarlijks de straat Plumet doorgaan, werden hiervan verwittigd door een geel en onleesbaar bordje, dat sinds 1810 aan het tuinhek was gehecht.

Tegen tien uren 's avonds hoorde een der twee of drie personen, die door de straat Plumet gingen, oude burgerluidjes, die zich verlaat hadden en nu haastig door deze eenzame en slecht befaamde wijk naar huis keerden, toen hij voorbij het hek ging en aan den hoek was gekomen, door het hek en den muur gevormd, een doffe en dreigende stem zeggen: "'t Zou mij niet verwonderen, zoo hij alle avonden komt!"

Het was altijd in zijn kamer. Het was het eerste en soms het eenige voorwerp, dat hij bij zijn verhuizingen medenam. Cosette lachte er om, en noemde dit valies, "de onafscheidbare," en zeide, dat zij er jaloersch op was. Overigens verscheen Jean Valjean niet zonder bezorgdheid weder in de vrije lucht. Hij vond het huis in de straat Plumet en trok zich hier terug.

De lange doodsstrijd hunner liefde liep uit op een hemelvaart. In beider zielen was dezelfde verrukking; bij Marius met weelde, bij Cosette met bescheidenheid gepaard. Zij fluisterden elkander toe: Wij zullen onzen kleinen tuin in de straat Plumet eens gaan wederzien. De vouwen van Cosettes kleed lagen over Marius. Zulk een dag is een onbeschrijfelijk mengsel van droomen en werkelijkheid.

Zij zeide, met haar hakkelende tong en boersche taal: "Zoo ben ik, ik doe mijn werk; het overige gaat mij niet aan." Bij het verlaten der straat Plumet, dat schier een vlucht was geweest, had Jean Valjean niets medegenomen dan het kleine welriekend valies, 't welk Cosette met den naam van "onafscheidelijke" had gedoopt. Volle koffers hadden kruiers vereischt en kruiers zijn getuigen.

Toen Cosette het klooster verliet, kon zij niets liefelijker en gevaarlijker vinden dan het huis in de straat Plumet. 't Was de voortzetting der eenzaamheid met het begin der vrijheid, een gesloten tuin, maar een krachtige, weelderige en prikkelende natuur; overigens dezelfde droomen als in het klooster, maar daarbij soms een blik op jongelingen; een hek, maar aan de straat.

Eponine ging naar de straat Plumet, vond het hek en den tuin, nam het huis in oogenschouw, bespiedde, loerde, en bracht eenige dagen later aan Magnon, die in de straat Cloche-Perce woonde, een beschuit, welke Magnon aan de minnares van Babet in de Salpetrière bezorgde. Een beschuit beteekent in de duistere beeldspraak der gevangenissen: "niets te doen."

Het ongeluk van Thénardier veroorzaakte Magnons ongeluk. Op zekeren dag, korten tijd nadat Magnon aan Eponine het briefje betreffende de straat Plumet had overhandigd, werd onverhoeds door de politie in de straat Cloche Perce huiszoeking gedaan; Magnon werd gevat, insgelijks mamselle Miss, en al de bewoners van het huis, die verdacht waren, vielen in het net.

De lezer zal begrepen hebben, dat Eponine, nadat zij door het hek de bewoonster van het huis in de straat Plumet had herkend, waarheen zij door Magnon was gezonden, de bandieten ervan afgehouden en Marius er heen gevoerd had; dat Marius, na verscheidene dagen in verrukking voor dat hek te hebben doorgebracht, aangetrokken door de kracht, welke het ijzer naar den zeilsteen trekt en den minnaar naar de steenen van het huis der geliefde, eindelijk Cosettes tuin was binnengegaan, gelijk Romeo den tuin van Juliette.

Marius ging dien dag tegen het vallen van den avond denzelfden weg als den vorigen dag en met dezelfde verrukking in het hart, toen hij tusschen de boomen van den boulevard Eponine zag naderen. Twee dagen achtereen, dat was te veel. Hij keerde haastig om, verliet den boulevard, sloeg een anderen weg in, en ging door de straat Monsieur naar de straat Plumet.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek