Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


In het eind, toen Pols haar zoo in de hand kneep, dat zij er misschien pijn van kreeg, zei het meisje: "Maar, neef! spreek er dan eens met papa en mama over." Toen zei Pols verrukt: "O mijne geliefde! noem mij dan maar eens bij mijn naam." En het meisje zeide, hoog blozende: "Jochem!"

Toen zij een jaar oud was, waren haar handjes heel klein. Zij zal nu groot zijn. Zij is zeven jaar oud. 't Is een jonge juffrouw. Ik noem haar Cosette, maar zij heet Euphrasie. Zie, van ochtend zag ik stof op den schoorsteen, en ik dacht, dat ik spoedig Cosette zou wederzien. Mijn hemel! hoe verkeerd is het, zijn kinderen in jaren niet te zien! Men moest bedenken, dat het leven niet eeuwig duurt.

Als voorbeelden noem ik hier de geslachtsnamen Lente, Zomer en Somer, Herfst en Winter, met De Winter en De Wynter. Laatstgenoemde naam is al zeer oud. Immers reeds ten jare 1127 leefde er in de vlaamsche stad Iperen een aanzienlik man die Boudewyn de Wyntere heette.

Noem mij broeder. De duisternis belette hem den blos van vreugde op haar gelaat en de glans in hare oogen te zien. Na een oogenblik vervolgde zij: Ik kan niet begrijpen, dat gij de voorkeur geeft aan een leven van van Geweld, en misschien van bloedvergieten, zeide hij, den zin voltooiend. Ja, antwoordde zij, in plaats van het rustige leven op de schoone villa. Esther, gij vergist u.

Toch heb ik onlangs z'n handelwyze in zekeren zin goedgekeurd, toen hy zich onttrok aan het praatduel waartoe 'n debatteer-specialiteit van de ergste soort hem aanhoudend dwingen wilde. De poging van den aanvaller om zich tot «iets» te maken, door 't voortdurend mikken op 'n persoon die naar de meening van 'n groot deel des Volks sedert langen tyd iets is, noem ik ... kwajongensachtig.

En dan heeft hij groote landerijen, en wanneer hij werkt, dan doet hij 't met muziek en de kosters helpen hem erbij." "En de biecht afnemen, buurvrouw? Noem je dat geen werken?" "Nou, dat 's ook een werk! Al moest je de heele wereld de biecht afnemen! Dat is zeker sloven en zwoegen, na te gaan wat mannen en vrouwen doen, wat je buren doen!

Wie ooit op Neêrlands vrijheid roem' Zorg' dat hij Rochus Meeuwisz. noem. Waar moest hij nu echter heen? De weg over den Maasmond was voor hem zoo goed als afgesloten. Al had hij schepen kunnen bemachtigen, dan toch zou de overtocht te gevaarlijk geweest zijn, daar de »Piraten« met hun vlugge zeilers de geheele Maas bestreken.

O, wat kunstige en grootsche arbeid riep ik verrukt. Noem het geen arbeid, zeide Lucht, het is uitspanning, het is genot, het is loutere liefde voor het schoone.

Javert lachte luid, een vreeselijke lach, die al zijn tanden liet zien. "Hier is geen mijnheer de maire meer!" Jean Valjean deed geen poging om zich van de hand te bevrijden, die den kraag van zijn jas vasthield. Hij zeide: "Javert...." Javert beet hem toe: "Noem mij mijnheer den inspecteur." "Mijnheer, hernam Jean Valjean, ik wenschte u een paar woorden onder vier oogen te zeggen."

"Infamie!" herhaalde de kapitein langzaam, terwijl hij zeer bleek werd en een veel beduidenden blik wierp op de plaats waar gelukkig zijne Willemsorde niet aanwezig was, omdat de grijze ochtendjas er geene gelegenheid toe liet. "Uit het vaandel jagen! mij? Waarachtig, Majoor, dat noem ik doordraven!

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek