Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Van dien dag werd Gösta Berling kavalier op Ekeby. Twee keer beproefde hij vandaar weg te komen en van eigen werk te leven. Den eenen keer gaf de Majoorske hem een huis dicht bij Ekeby; hij betrok dit en probeerde te leven als arbeider. Een tijd lang ging dat goed, maar spoedig verveelde hem de eenzaamheid en 't dagelijksch sloven hij werd op nieuw kavalier.

En dan heeft hij groote landerijen, en wanneer hij werkt, dan doet hij 't met muziek en de kosters helpen hem erbij." "En de biecht afnemen, buurvrouw? Noem je dat geen werken?" "Nou, dat 's ook een werk! Al moest je de heele wereld de biecht afnemen! Dat is zeker sloven en zwoegen, na te gaan wat mannen en vrouwen doen, wat je buren doen!

Zij prevelde wat; daar kwam iets in van, wat een moeder toch sloven moet voor haar ondankbaar kind. Behalve voor het groote passiestuk, had Moreau zijn schoon model voor verschillende onderwerpen en studies gebezigd.

Zulke zijn: de Kaptein in Familien paar Gilje, Mads Foss in En Malstrøm, de directeur in Onde Magter. In zulke families vinden wij huismoeders, die tot sloven geworden zijn, zooals 'Ma' in Familien paa Gilje, misschien het meest treffende voorbeeld van dit type, dat de Noorsche litteratuur kent. In zulke gezinnen heerscht een atmospheer van gedruktheid, waarvan ook de kinderen het offer worden.

~Slaven~ doet denken aan een slaaf, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zwaar werken moet, zonder zelf de vruchten van zijn arbeid te plukken; het woord legt vooral den nadruk op het langdurig werken, terwijl ~sloven~ inzonderheid ziet op het vermoeiende en afmattende van den langen en zwaren arbeid. Menig daglooner moet heel wat ~sloven~ voor zijn stukje brood.

Daar moet de akker voor omgespit of omgeploegd; daarvoor moet geëgd en gewied, gemaaid en gedorscht, gemalen en gemengd, gebakken en gesneden; tot het dan nogmaals vermalen wordt door ons gebit. Hun Manna daarentegen daalde geheel gereed uit den hemel neder. Daar viel niet voor te sloven noch te slaven, dat was gekneed noch gebakken.

Zijn vader, Hans Luther, een boerenzoon uit het dorp Möhra, was een arme mijnwerker, die met zijn vrouw, Margaretha Lindemann, hard sloven moest om den kost te verdienen voor hun zeven kinderen, vier jongens en drie meisjes, waarvan Maarten de oudste was. De ouders van Maarten waren goede, vrome menschen, die hun kinderen hartelijk liefhadden.

"Dan gane we je vader 'n borretje van álles brenge", zei Suikerpeer: "dan krijgt-ie 'n 'n franse maaltijd eerst visch pezon enne dan harde bokking bekon enne dan rijs met soger-errette"... Na de hardheid van den dag, 't sloven en zwoegen in de felle winterkou, schenen ze uitgelaten te worden. Kwam de morgen, dan kwam de morgen.

De man aan het roer benijdt de vrouw in de schaduw, de vrouw in de schaduw benijdt de kinderen die met de warmte "beter uit hun fatsoen kunnen", de kinderen die niet slapen benijden de visschen, en willen zelfs wel kikkers zijn, terwijl de arme sleeper dier benijders, op zijne beurt en op zijne manier, gewis alles benijdt wat loopen, staan, zitten, liggen en slapen kan, in stede van zóó te moeten sloven als hij.

Zij had een vaag verlangen gevoeld om zich zelf te vernietigen; zij wilde Jozef vergeten, zij wilde zich dood sloven om haar vaders leven te behouden. Het was de onbevredigde liefde voor Jozef, het onuitroeibaar onvoldaan verlangen, de stormende en stijgende zucht om haar leven aan zijn doel te geven, die zich in dezen hartstocht van verplegen een doorweg baande.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek