United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gedurende den zomer echter houdt hij zich soms ook wel over dag in het hooge koorn op, of, als het regent, op ongebroken of omgeploegd braakland.

In het laatste gedeelte van den herfst vestigt hij zich bij voorkeur in een braak liggend land, dat reeds eenigen tijd geleden werd omgeploegd, of op een niet al te vochtigen, met biezen begroeiden grond of op een koolzaadakker. Het winterkoren en het winterkoolzaad maken nu zijn hoofdvoedsel uit. Zoolang er weinig of geen sneeuw ligt, verandert hij niet van leger.

En dan blijft er straks niets meer over dan die leege, zwarte, kale akker, tot in zijn stoppelen omgeploegd. Zoo veelzeggend, zoo veelbeduidend. Eerst weken-, maandenlang dat stille, kalme, bijna onmerkbare rijzen en rijpen. En dan opeens die dag des oogstes. Die sikkel, die in de halmen slaat. En weg is alles, wat er stond.

Het landschap was geheel veranderd, de hooge bergen zagen er niet zoo wild en onherbergzaam uit, de groote, breede vlakten waren groen of omgeploegd om tegen het voorjaar groen te worden, de karavanen op den weg veel menigvuldiger en telkens passeerden wij dorpjes, waarvan de schilderachtigheid vooral van uit de verte gezien, alle beschrijving te boven gaat.

Daar moet de akker voor omgespit of omgeploegd; daarvoor moet geëgd en gewied, gemaaid en gedorscht, gemalen en gemengd, gebakken en gesneden; tot het dan nogmaals vermalen wordt door ons gebit. Hun Manna daarentegen daalde geheel gereed uit den hemel neder. Daar viel niet voor te sloven noch te slaven, dat was gekneed noch gebakken.

Helaas! toen we het pad op die wijze ten einde gebracht hadden, bevonden wij ons aan den uitersten zoom van het bosch, tegenover omgeploegd bouwland, dat vrij uitgestrekt was, en waarvan wij gescheiden waren door een half uitgedroogde sloot, waarin afgevallen bladeren lagen te rotten en waar allerlei moerasplanten welig opschoten.

Zij herinneren, evenals die op -woud, -holt, -loo, -horst, aan het feit, dat zoovele oude nederzettingen werden gevestigd aan den rand van een bosch. Langzamerhand werden de boomen gerooid en het land omgeploegd, en aldus voor bouwland geschikt gemaakt, en zulk land heette rode of rade. Zie over dit onderwerp vooral Gallée, Nomina Geographica Neerlandica II, bl. 32 vlg., III, bl. 348, 352; Jos.