Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Diva philippica vox ubi coelica nunc Ciceronis? Pax ubi civibus atque rebellibus ira Catonis? Nunc ubi Regulus? aut ubi Romulus, aut ubi Remus? Stat rosa pristina nomine, nomina nuda tenemus." Het klinkt opnieuw, minder schoolsch, in verzen, die ondanks hun korteren bouw toch nog den dreun van den leoninischen hexameter behouden hebben: in de Franciscaansche poëzie der dertiende eeuw.
Naar wij zien, komt hier het Saksisch, Frankisch en gemengd Saksisch-Frankisch karakter der bevolking vrij goed tot zijn recht. Ook op Franschen bodem treft men Nederduitsche plaatsnamen aan; zie hierover Joh. Hoofdbron voor de studie der plaatsnamen zijn de ten deele aangehaalde studiën in de Nomina Geographica Neerlandica, uitgegeven vanwege het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.
Het aantal regiones, 26 onder Servius Tullius, was dus verminderd, men kan aannemen door afstand van grondgebied aan Porsena. Uit de overeenkomst van verschillende namen met nomina gentilicia mag men ook tot samenhang besluiten; zoo zal b.v. in de tribus Aemilia het grondbezit der gens Aemilia hebben gelegen.
De eerste van hen was deze: "Goed is de heerschappij der Liefde omdat zij het streven van haren getrouwe aftrekt van al wat laag is". De tweede was deze: "Niet goed is de heerschappij der Liefde, omdat, hoe meer geloof haar getrouwe in haar stelt, hoe zwaarder en smartelijker weg hij moet gaan". De derde was deze: "Het woord liefde is zòò zoet te hooren, dat het mij onmogelijk schijnt dat hare eigen werking in de meeste dingen anders dan zoet zoude zijn, aangezien de namen zich richten naar de genoemde dingen, gelijk geschreven staat: 'Nomina sunt consequentia rerum'" . De vierde was deze: "De Vrouwe, de liefde tot wie u aldus in het nauw brengt, is niet als andere vrouwen, zoodat zij gemakkelijk het hart zoude kunnen verlaten". En elk dezer gedachten bestookte mij zoozeer, dat zij mij deed staan als een die niet weet langs welken weg zijne reis leidt, zoodat hij wil voortgaan, doch niet weet waarhenen.
De naam van het dorp de Beerta, in het groninger Oldambt, is ook al niet anders als dit oud-friesche woord voor waterkant of oever, en de groninger-friesche geslachtsnamen Beerta en Beerda zijn er aan ontleend. Aangaande dit woord bird leze men een opstel van myne hand »Friesche plaatsnamen", in het Tijdschrift van het Nederlandsch aardrijkskundig Genootschap, Nomina Geographica neerlandica dl.
Zij herinneren, evenals die op -woud, -holt, -loo, -horst, aan het feit, dat zoovele oude nederzettingen werden gevestigd aan den rand van een bosch. Langzamerhand werden de boomen gerooid en het land omgeploegd, en aldus voor bouwland geschikt gemaakt, en zulk land heette rode of rade. Zie over dit onderwerp vooral Gallée, Nomina Geographica Neerlandica II, bl. 32 vlg., III, bl. 348, 352; Jos.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek