United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den warmen gouden nevel, die de schemerende ruimte vervult, ontdekt ge het blozende gelaat van den knaap, die naar u toekomt en op wiens gebruinde wangen, in wiens donkere oogen ge kracht en gezondheid leest. Misschien begrijpt ge zijne aanwijzing niet volkomen: geen nood, hij is aanstonds bereid, u te vergezellen en u weer op den rechten weg te helpen.

"Ja, indien je me niet bemint." "Je raaskalt!" riep zij uit, blozende van opkomende drift. Maar op het zien van zijn bedroefd gelaat verdween haar toorn, en de japonnen, die de stoelen bedekten, wegstootend, kwam zij dicht bij hem. "Waar denk je aan? Zeg mij alles." "Ik denk, dat je mij niet kunt beminnen. Waarom zoudt ge mij beminnen?"

Juffrouw Fietje was donker van oogen en haar, en geel van tint. Juffrouw Doortje had bij haar ronde, blozende wangen, schele blauwe oogen. Als ze ons aankeek, hield ze altijd het hoofd een beetje schuin. Ik dacht, omdat ze ons anders niet zien kon, zooals een duif zijn kopje scheef draait, om u te kunnen bekijken. Ze was lief.

Die oude grijze Koning, hij werd zoo mat, hij werd zoo krank; Aan 't leger lachte het dochterkijn, en de Vrouwe, Zij reikte Hem medicijn, Veel dagen en maanden lank. Doe stierf de grijze koning, 't was bij zijn open graf, Dat met een kus de Vorstenvrouwe Den schepter van goud, omfloersd van rouwe Aan het blozende dochterkijn gaf.

"Geheel onwillekeurig," zeide Joan blozende: "ik dacht, dat uw ontmoeting met Teun Wezer toevallig was, en ik sloop naderbij uit loutere nieuwsgierigheid om te weten wat die schurk u vertellen ging: wat die brieven betreft, daarvan zal nooit een woord over mijn lippen komen: nooit heb ik iemands geheimen verraden, of zij mij aangaan of niet; doch ik wilde wel eens weten, hoe het te pas kwam, dat gij dat logenbeest van een Teun over mijn geboorte ondervraagdet, om zulke lastersprookjes uit te lokken als hij u op de mouw spelde."

En dan nog andere mama's met meisjes, die en die, en die... Hij liet ze allen in gedachten voorbij trekken, als een processie van bejaarde dames, die glimlachend en buigend, hem hare quasi zedig blozende dochters voorstelden, als ware hij een Pacha, die er een harem op na ging houden en maar voor het nemen had. Zoo loerden ze om hem te vangen, allen tuk op een ton of wat.

Temidden van die mengeling van kleuren troonde de jonge, blozende knaap op zijn vurig ros. Vroolijk zwaaide hij naar alle kanten met zijn muts, de wind speelde door zijne blonde lokken, zijne oogen glinsterden van trots en vreugde en de opwinding kleurde zijne wangen helder rood.

»O, mijnheer Sylvius!" riep het jonge meisje blozende en met tranen in de oogen. »Dat, dat vind ik te geheimzinnig!" ... »Maar, mijnheer Sylvius!" ... »En wanneer zal dat huwelijk plaats hebben?" »Als het God believen zal Ole Kamp, haren verloofde, herwaarts terug te voeren," antwoordde Joël. »En waar zit die thans?" »Ja, dat weet de hemel!" Toen verhaalde Joël het gebeurde met Ole Kamp.

En dan neemt zij haar kleintje in de armen, dat een meisje is, en streelt en kust het ook, en spreekt er kweelend tegen om het te doen lachen, terwijl hare hand zijn hoofdje zachtjes schudt en hare vingeren twee malsche kuiltjes in zijne blozende wangskens duwen; en dan kust zij het en herkust het nog, en geeft het eindelijk aan de jonge meid terug, terwijl zij haren man bekijkt met een gelaat, dat glanst van trotschheid en geluk.

En verrukt, met stralende oogen en blozende wangen, komt ze naar mij toe: O, meniere! wa zij-e gij toch veranderd! K'n zoe ou noeit irkend hèn!" En wij praten over het verleden...