United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Had men hem dan ten hove niet de waarheid gezegd? Toen vond hij eindelijk een kapel, waar hij binnen wilde treden. Daarvoor stond een metalen beeld, een hamer in zijn hand, dreigend van houding, maar Ferguut was niet angstig, en wierp hem den hamer uit de vingeren.

Haar lijf snokte op en rilde, en hare vingeren waren in pijnlijke stuipen ommegekruld. Ze hief zich dan, plots zwijgend op, en keek verwilderd Goedele aan. Ze fluisterde, geheimzinnig: 't Is vreeslijk. Ik kon 't niet zien. Ik kon 't niet uithouden. Ik zal daar iets leelijks van krijgen, in mijnen kop!

Hij en schrikte voor geen kwade daad, hij en week maar voor den dood. Over een lijk heen zou hij niet terten. Anderszins wist hij dat hij in staat was tot alles, wat niet en docht, en brave menschen aanzag hij voor domkoppen. Hij was overal aanwezig, waar er wat aan zijne vingeren kon blijven haperen.

Nu, als ik het uwe, breed, gespannen over den zadel zag steken, zei ik in mijn zelven: Daar men met de vingeren er niet in kan nijpen, kan het koordeken van de zweep er ook niet op bijten. Ik was mis, ik beken het rechtuit.

Hare handen waren lijk de streeling zelve van de liefde en zoo djentelijk en lichte lagen daar hare vingeren, alsof ze alleen den last van zoenen zouden dragen. Haar hals verhief zich, ten-halve gebogen, en de blauwe schaduw van de kinne teekende nog vaster de heerlijke golving ervan. Daaronder praalde de onbevlekte effenheid van haren boezem, opbultend zonder geweld, en donzig als perzikrijpte.

"Ja, en morgen van te zes uren moet ik naar het kantwerkhuis, en ik mag nooit een boek meer in de hand nemen, dat vader het zie. Och God, wat ben ik ongelukkig!" Luider nog begon zij te krijschen; de tranen biggelden van tusschen hare vingeren. Bavo, door medelijden ontroerd, liet het hoofd op de tafel vallen en begon insgelijks te weenen.

Ho! doet dat niet, mijne heeren, riep Uilenspiegel. Bindt mij vast in heure plaats, breekt mijne vingeren en teenen, maar spaart heur! De vischverkooper! riep Soetkin. Ik haat en 'k ben sterk. Uilenspiegel werd nog bleeker, beefde en zweeg. De stokskens, die van palmhout waren, werden tusschen de vingeren gestoken.

Intusschen had Uilenspiegel de handen van den gevangene uit de val verlost, en toen zag hij, dat drie vingeren ontbraken aan zijne rechterhand. En hij beval hem stevig te knevelen en in eene vischmand te binden. Mannen, vrouwlieden en kinderen togen toen henen naar Damme, en droegen onderwege beurtelings de benne met haar verachtelijke vracht. En anderen droegen lanteernen en toortsen.

Maar een huizeken in hout, een beiaard daar in, en een vrouwken en een manneken, alles schoone ingewikkeld, jongen hebt ge dat al ievers gezien? Neen ik, zei Alfred. He wel! ik hebbe er zoo een! Alfred staarde naar Goedele's vingeren, die om een zilveren lepelken verduldig werkzaam waren. Ik hebbe er zoo een, herhaalde Albien, al duwend in Alfred's leên.

De oude vrouw, nadat zij een tarwebrood op het schenkbord had gelegd, ging tot een wijwatervat, dat aan den muur hing, bevochtigde hare vingeren en maakte het teeken des kruises met eene uitdrukking van droefheid. Zij trok daarop eenen rozenkrans uit den zak, zette zich op eenen stoel en zonk weg in het gebed. Lang bleef zij dus in stilte de lippen verroeren.