United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot het laatste toe leed hij zwaar door het gevoel van zijn eenzaamheid, maar lijdend steeg hij tot deze weemoedige vrede: dat al de haat der menschen hem het beste niet ontnemen kon, niet het bewustzijn het goede gewild en gezocht te hebben, niet zijn eigen essentie.

Aan Zweden verschafte de zaak een mooie gelegenheid om zijn haat eens flink te luchten en sinds dien werd er altijd gesproken van "Mijnheer Napoleon Bonaparte." Meer dan een eeuw ligt er tusschen het heden en den dag waarop de hertog van Enghien het leven liet. Veel van hetgeen toen nog in het duister lag, is thans bekend.

Hij gevoelde flauw, dat de vergiffenis van dezen priester de grootste en sterkste aanval was, die hem ooit geschokt had; dat zijn verstoktheid duurzaam zou wezen, zoo hij deze goedertierenheid wederstond; dat, zoo hij toegaf, hij van den haat moest afzien, waarmede de daden van andere menschen gedurende zoovele jaren zijn ziel vervuld hadden; dat hij ditmaal moest overwinnen of verwonnen worden, en dat de strijd, een reusachtige en beslissende strijd, begonnen was tusschen zijn eigene slechtheid en de goedheid van dezen man.

Wie bij voorbeeld vergenoegd of satiriek gehumeurd is, laat zijnen stoel korte, scherp afgebroken wipjes maken. Wie zich landerig gevoelt of onlekker, beweegt zich langzaam, droevig, mat. Wie toornig of in vervoering is, gaat hurre hurre, hop hop hop als rende hij op een strijdros, met geweldige sprongen, in tuimelenden galop, het voorwerp van zijnen haat of van zijne liefde te gemoet.

Als de eerste schrik en wantrouwige haat geweken zijn, begint hij te beseffen dat het toch beter zóó is, toch beter, zelfs onder dwang, met goedwilligen samen te wezen, zelf goedwillig, dan, in volle vrijheid, een vijand onder vijanden. Langzaam aan wordt ook de dwang minder hard te verdragen. Hij gaat wennen aan den arbeid.

"Het is duidelijk, hij haat mij," dacht zij en ging, zonder om te zien, zwijgend de kamer uit. "Hij bemint eene andere vrouw, dat is duidelijk," sprak zij bij zich zelf in haar boudoir. "Ik wil liefde, maar deze is er niet. Derhalve is alles uit en ik moet er een einde aan maken. Maar hoe?" vroeg zij zich af en zette zich in den stoel voor den spiegel neder.

Langendijk, Troost, Asselijn en Bernagie bleven onzen ouden volksaard getrouw; aan het slot der vorige eeuw triomfeerden twee geniale vrouwen in "Sara Burgerhart" en "Willem Leevend" op al de booze geesten, die der Nederlandsche Muzen onverzoenlijken haat hadden gezworen. Van Lennep was inzonderheid een echt Nederlander door zijne kunst.

Zou UEdele kunnen geloven, Mijnheer, dat er te Gent onder hen een samenspanning was aangegaan, om de Fransen weer in de stad te brengen? Zij wilden ons niet uitlaten om onze broederen te komen helpen; maar, God zij dank, dit is hun niet gelukt, want het volk haat en veracht ze uitermate. De Gentenaren hebben het Magistraat op de Burcht gejaagd, en de poorten der stad gebroken.

Toen ontwaakten in het hart van den vorst opnieuw de oude wrok en haat tegen de beide wezens, die hem het dierbaarst geweest waren op aarde en die hem zoo jammerlijk bedrogen hadden.

Hoe verlangde ik niet naar het oneindige, naar den hemel. En hij had mijn vaartuig bedorven, en mijn net verscheurd, waarmee ik de hemelsche visioenen had willen vangen. In de wereld der volwassenen is geen plaats voor echte haat. Hoe zou ik nu zulk een ellendig wezen als graaf Dohna kunnen haten of een armen waanzinnige zooals Sintram of een afgeleefde wereldsche vrouw als gravin Märta.