United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij klopte op Romaans knie en zei: Hoort ge? Romaan was daar met zinnen onderstboven in de war. Door al 't gepraat heen bleef hij onveranderlijk rondstaren en zweeg. Hij had geen gedachten meer. Hij zat thuis. Hij voelde wel dat iets haperde ievers ... ievers ... maar 't vervaagde alginds, verre van hier.

Als je zeggen zoudt dat de groote kapitalen zooals ze tegenwoordig op den winkel praten ons den dood doen, en dat die de wereld uit moeten, en ook verdeeld moeten worden, net als alles in de Maliebaan, of ievers anders, dan, zeit meester, en ik mot zeggen dat was het naadje van de kous dan, zeit ie, als die kapitalen er niet meer waren, dan zou je nooit van zijn leven een groot werk zien tot stand komen.

Doka had de lanteern ievers aan de balke gehangen en zij ook stond nu te midden den stal met de handen op de knieën gestopen, te hoesten. De koe met den kop gedoken in den donker van 't sliet, meumelde stil en steende en ze sloeg harder met den steert tegen den houten weeg.

De regen van gisteren was voor den grond een zalf geweest, en alles stond eens zoo schoon, zoo helder en zoo rein. Met al de Kermiszorgen had Pallieter de beenen onder zijn gat uitgeloopen, en nu was hij gelijk een kind zoo blij, den scherpen reuk van 't open veld te rieken. Hij lachte, riep echo's op, dronk ievers bier en speelde met de kegelen.

Ze keek hem na. Drink, deed ze nog op diepen, orgelenden stemtoon. 't Is wat warm, lachte hij, dwaas-verlegen. En terug, gevaarlijk, vol met de aantiegende dreigementen van een zonderling-bange toekomst, heerschte de stilte. Ernest voelde de oogenblikken naderen en gebeuren, verwonderd dat er niets barstte ievers, niets brak, niets instortte.

En Vinie vertelde voort van de doening en den peerdenkweek op 't Meulenhof; hoe hij met veel boerenzoons daar was naartoe gegaan, maar ze waren allen te dom, geen aanleg, te bot of te zot! zoo werd de rijkste kerel van de streek geweigerd en nu vrijt de oudste met den jongen burgemeester van een dorp ievers uit 't ronde.

Ze peinsde: Die mijnheer Ameye is ongemanierd en niet vriendelijk ... en niet schoon.... En vlugger spoedde ze zich, zonder reden af en toe stil blijvend bij een schitterende kleur ievers aan een venster, of bij een hoog geluid, dat voorbij gilde. Ze hield van niets een vast gedacht. 't Sleerde allemaal over hare hersens.

De koude blies over het lage, verlaten land en al dat er nog buiten liep was ievers een verdoolde, uitgehongerde hond. Vinie rotelde al aan de voordeur als Ghielen wakker werd. Hij riep naar Doka en ging haastig opendoen. Binnen, Vinie, binnen. Vinie gromde een goeden dag en stampte 't sneeuwstof van zijne schoenen.

De wereld en had hij nog nooit zoo wijd, zoo vlakuit zien liggen en hij verlangde reeds om ievers uit te komen waar er weer huizen en menschen te vinden zouden zijn. De boeren en de peerden in de verte leken hem zoo klein en dat rondtrappelen op het land zoo zot en zoo nieuw. Is 't nog ver, Manes?

Hij boog zich om goed in haar gezicht te blikken, om te zoeken naar heur leed, dat wel ievers in hare oogen zou na te speuren zijn. Hebt ge zeer?... Toe-de, mijne dochter.... waar is 't dat ge zeer hebt? Voor de eerste maal voelde Goedele in dezen zachten man haar vader levendig zijn en goed. Ze werd gewaar dat ze weenen zou, als ze geweld moest doen om te spreken. Haar borste zwol.