United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ik dacht, dat alle bedroefden den weg zouden vinden naar de lieve Mevrouw in het arbeidershuisje. Er is zooveel smart onder de armen, die door goede woorden en een vriendelijk hart te verlichten is." "Maar jij dan, Gösta?" "Ik heb mijn werk aan de draai- en schaafbank, Majoorske. Ik moet van nu aan mijn eigen leven leven. Als mijn vrouw mij niet volgen wil het zij zoo!

"Drinkt nu van deze thee," zeide hij vriendelijk en gulhartig; "dat zal u verwarmen. Inmiddels wil ik gaan zien wat ik u te eten zal kunnen voortzetten." Hij verliet het vertrek met deze woorden; doch spoedig daarop trad hij weder binnen en zeide: "gij zult het voor lief moeten nemen!

Wanneer de donkere wolken zijn weggedreven, dan zal het zacht azuur ons weer vriendelijk in de oogen stralen, en zullen wij met een helder zonnetje vroolijk mogen doorstoomen. Tevredenheid moet bovenal onze onafscheidelijke reisgenoote zijn; de groote sleepmachine toch schenkt ons geen oogenblik tot verademing. Of gij de reize moede wordt of niet, daar stoort zij zich niet aan.

Onwillekeurig drukte hij zich tegen de vrouw van der kunstenmaker aan en lachte haar toe; 't was ook sinds langen tijd de eerste maal, dat iemand een vriendelijk woord tot hem richtte. Van dien dag af bleef hij deel uitmaken van Signor Carlo's gezelschap.

Zij had haar vriendin glimlachend met den vinger gedreigd, haar naar zich toe getrokken, en ernstig, doch vriendelijk verzekerd, dat van alle ondeugden, ondankbaarheid het verste van haar verwijderd was.

En de boer en boerin konden hem nu eenmaal niets beters geven. Dat hij zoo dicht bij de beesten was, vond hij wel gezellig. Soms als hij nog een poosje overeind zat te denken, kwam de koe en stak hem zijn rose neus toe, alsof ze om eene liefkoozing bedelde; de hond likte hem, en het paard keek hem zoo goedig en vriendelijk aan.

Hij was echter zoo vriendelijk mij eenige waardevolle introducties voor Canton te bezorgen, waarmede ik misschien de waarheid zou kunnen opsporen. Ook mrs. Catt had van haar consul eenige introducties ontvangen en verder had de Chinees, dien wij in Hongkong spraken, ons een paar brieven medegegeven. Met deze brieven gewapend, begaven wij ons onmiddellijk na onze aankomst op weg.

Evenwel kreeg Bartje Blom ook haar beurt, daar men haar laatst, bij het uitgaan van de kerk, zoo vriendelijk had zien groeten tegen een zekeren Kees; maar zij wendde de scherts af, door haar op die van de roode céphalide over te brengen, die laatstleden kermis met denzelfden Kees in 't paardespel geweest was; en die van de blauwe céphalide werd opgeroepen om te getuigen dat het tusschen haar zuster en Kees, "ja, ja! wel zoo wat koek en ei was, als men zegt"; waarop die van de roode zeide, dat die van de blauwe wel zwijgen mocht; waarop Grietje van Buren" aanmerkte, dat ieder zijn beurt kreeg; waarop Bartje Blom uitriep: "Nu, nu Grietje; ik vertrouw jou ook niet! je gaat tegenwoordig zoo dikwijls naar Amsterdam; ik denk dat daar ook wat zit!" waarop Grietje verklaarde, dat Bartje een ondeugd was.

Geknipt voor elkaâr! gaapte Marie van uit haar lakens. Dus hij bevalt je? vroeg Lili. Keurig! antwoordde Dien. En hij is altijd zoo vriendelijk tegen mij en tegen Bet; hij kan het altijd zoo aardig zeggen, als ik hem opendoe: "Zoo, dag Dien, hoe maak je het?" Altijd zoo een woordje er bij, begrijp je. Zoo niets trotsch. En dan vergeet hij nooit zijn voetjes af te vegen. Lili schaterde het uit.

De bediende kwam spoedig terug en vroeg haar boven te komen; zij volgde hem naar een bovenkamer, waar Miss Maylie een oudachtig heer van vriendelijk voorkomen vond, gekleed in een flesch-groene jas. Niet ver van hem af zat een andere heer in nanking broek en slobkousen, die er minder vriendelijk uitzag en die zijn handen te zamen hield bovenop een dikken stok, waarop hij zijn kin liet rusten.