Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Ook met hunne geslachtsnamen, van plaatsnamen ontleend, handelden onze voorouders zoo. Zy vertaalden die namen rechtstreeks in het Latyn; of als dit niet wel ging, dan hingen zy er maar eenen latynschen steert aan.

Rassen van honden zijn vertegenwoordigd door de geslachtsnamen Brack en Brak, Hazewind en Hazewindt. Deze laatste naam komt ook nog voor als Hazewindus, met eenen latynschen steert opgepronkt. De geslachtsnaam Vliegendehond is ongetwyfeld aan een uithangbord ontleend.

Hij rondde algauw zijnen rugge en vleide zich neêre en sloeg met zijnen steert en gaf gedurig vriendelijke stootjes met zijn voorhoofd, en hij was vies en liefelijk tezelfdertijd. Mevrouw Wilder streek met hare hand over hem tot hij bedaarde en stille bleef, en dan keek zij op naar Goedele. Toevallig stieten hare blikken tegen Goedele's mijmerende oogen.

Hij schudde het peerd zijn manen en zijn steert, en rukte Pallieters klak van zijn kop, dat zij omhoog vloog lijk een vogel en in 't tintelende water van de Nethe viel. Doch Pallieter zag niet om, hij reed maar voort, wild en dwaas, zonder teugel, om al het geweld van den jongmakenden wind over hem te laten gaan. Mannelijk genot!

1772. het vogeltjen onder de steert sien. Harrebomée, Spreekw. "dat beteekent: ik moet eerst de zaak navorschen, 'zoo als de vogelaars', zegt van Eijk, 'om te onderzoeken, of het dier geen gebrek heeft'". Zie ook van Eijk, Nederlandsche Spreekwoorden , 92; Bogaert, Toegepaste Spreekwoorden , 91. dagh en raet, komt er tijd, komt er raad. Ook Harrebomée. Vgl. 105 vv.

Jongens, riep Uilenspiegel, naar het wijf, de twee paters en 't weemoedige grauwtje wijzend, vermits de meesters zoo goed zingen, moet de ezel dansen. En hij liep naar een winkel, en kwam met zes duiten peper. Toen hief hij den steert van den ezel op en wreef er de peper onder. Als het beest de peper gevoelde, keek het omme, om te zien van waar die ongewone warmte kwam.

Als de rondedans gedaan was, droomde zij, dat zij den duivel ging kussen onder zijnen steert, gelijk de tooveraars doen, tot teeken van onderdanigheid. Als ik, naar zij zegt, koude armen en een frisch lichaam had, is dit een teeken van jeugd en geenszins van tooverij. Frischheid is niet bestand tegen het werk des vleesches.

En Kees Kees kwiespelde en kwiespelde met zien steert, dat 't zoo'n schik en oard had. Wat zeiden ze in 't dorp? De mooie Griet had heur eiges as slecht van ienhoud loate kieken: Mooi weer speulen van andermans meewoarigheid...! Griet treurde, d'r was 'r geen, die in de ploats kwiem van Dorus. De lillike Sanne was best van binnen! Die heur erst beschimpte, kreeg heur lief als zien vrouw.

Niettegenstaande al deze schoone reden, namen allen schreeuwend de vlucht, zoodra de ezel de ooren spitste of met den steert zijne zijden sloeg; en tienmaal kwamen zij aldus nader al kakelend en snaterend, om tienmaal weder de vlucht te nemen. Maar Uilenspiegel zag haar van verre en sprak lachend tot zich zelven: Zie ze parlesanten!

Indien men weet dat dit "boecxken" aanvangt met: "Het was een duvelijc mensche, hiet meester ECKAERT", dan verwondert men zich niet over uitdrukkingen als: "meester ECKAERT hadde alsoe vele ghewaregher oeffeninghen alse die padde steert heeft ende ooc alsoo vele als die duvel in caritaten ende in minnen leeft."

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek