Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Maar Uilenspiegel deed zijne goesting; hij verzorgde zijn hond zóó goed, dat de gekwetste na zes dagen liep zooals de meesten zijner verwaande natuurgenooten, met den steert omhoog.
Ze hief zoo gauw haar licht in de hoogte dat een schemering rondwierp in den warmen smoordamp en wat verkraakte stroopijlen en een glimmende slietrand te zien lieten, achter de witte ruglijn van de liggende koe bleef het al donker en gedoken. Belle draaide gedoezig den goeden kop, sloeg met den steert en blies luide den warmen adem uit de neusgaten.
Ze schoof over 't water, als raakte zij 't niet. Ze dook zich en steeg weer boven, en zij had een steert, zooals 't afgebeeld staat op de prenten. Ze zong in den nacht. Ik weet het wel, vermits ik het gehoord heb. En ik heb gehoord wat ze naderhand zei. Ursule weet het ook wel, vermits ik het haar verteld hebbe, en van het ijzeren kistje weet ze ook.... Ha! Ha! Dat weten wij!
Ghielen trok eerst nog naar den stal, hief in eene kwaadheid de koe haren steert op, dan kreeg hij goest om het domme beest te schoppen en zijn voornemen stond nu voorgoed vast. Hij zette goedmoedig aan, blij omdat 't Zondag was en omdat hij op 't goed gedacht gekomen was die koe te verzetten.
Goedele zei: Ja, moeder. Ze blikte naar Seppie, 't japansche hondje, dat rondtrippelde, om mevrouw Wilder's rokken, en nu subiet pal bleef en zijn plat snuitje ophief naar heur en te kwispelen probeerde met zijnen langharigen steert. Seppie snoof al eens en loerde zijwaarts, tuk op een zoetig woord van Goedele of een vriendelijk gebaar.
Maar heviger werd hunne vrees, toen de geesten, bij duizenden zich zetten op zetels van reusachtige spinnekoppen, kikvorschen met olifantssnuiten, ineengekronkelde slangen, krokodillen die recht op den steert stonden en eene menigte geesten in den muil hielden, slangen die meer dan dertig dwergen van beider kunne schrijlings op haar golvend lijf droegen, en wel honderdduizend insecten, grooter dan reuzen, gewapend met zweerden, spiesen, zeisen, vorken met zeven tanden, en allerhande moordtuigen.
Gevieren begaven zij zich op weg, de dame op hare witte hakkenei met zwart fluweel getuigd; de bottelier met zijn waggelenden buik; Uilenspiegel, die de hakkenij bij den breidel hield, en Bibulus Snuffius, die, met den steert in de lucht, fier naast zijn meester stapte.
Doka had de lanteern ievers aan de balke gehangen en zij ook stond nu te midden den stal met de handen op de knieën gestopen, te hoesten. De koe met den kop gedoken in den donker van 't sliet, meumelde stil en steende en ze sloeg harder met den steert tegen den houten weeg.
Uw' vonkelende ooge, uw' rooden kam, een laaiend beeld van vier en vlam, uw' zwakken steert, uw' spooren, uwe om end om geglimde borst, uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst, uw' stem, zoo schoon om hooren... Wie is er die dat al beschrijft, die, heel in woord en taal gelijfd, doet leven u en waken? Wie is er? Anders geen als gij, heer Canteclaar, die machtig zij uw evenbeeld te maken.
Somwijlen nochtans, huiverde hij over gansch zijne huid en sloeg hij met den steert op zijne zijden om de vraatzuchtige horzels te verdrijven die, evenals hij, wilden eten, doch van zijn vleesch en zijn bloed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek