Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Toen Uilenspiegel en Lamme dit gedaan hadden, kwamen zij terug in de smidse en zagen, dat smid Wasteele al de zweerden in den kelder bracht, die hij binst den nacht geslepen had, en het werk voor zijne knechts gereedmaakte. Uilenspiegel met doffe oogen beziende, vroeg hij hem: Welk nieuws brengt gij van den Zwijger?
Ik zal nooit meer klagen, ik beloof het u. En, als het nu toch moet zijn, en hij hief kloekmoedig het hoofd op, zal ik gaan onder den kogelregen, ja! En in 't midden der zweerden, ja! vlak in 't gezicht van die leelijke huurlingen, die bloed zuipen lijk wolven.
... Hoor, Vlaanderen, geliefde vadergrond, hoor den kreet van wrake weerklinken! Men slijpt de wapenen, men zet de zweerden aan op den steen. Allen bewegen zich, trillen als de snaren eener harp bij den warmen ademtocht, adem van de zielen, die stijgt uit de putten, uit de brandstapels, uit de bloedige lijken der slachtofferen.
Laas, zeide hij, als de lansen, kogels, zweerden, aksten, hamers, mij sparen, maar op uw liefelijk lichaam vallen, wat moet ik, nietdeug, dan doen op de wereld zonder u? Maar Nele zeide: Ik wil u volgen, er zal geen gevaar zijn; ik zal mij verbergen in de houten schansen, waar de busschutters staan.
Rond middernacht werd hij, oververmoeid, door razernij overvallen en, terwijl smid Wasteele en Uilenspiegel geduldig zweerden, bussen en lanspunten slepen, hield hij met sissende stem de volgende rede: Daar staat gij nu, mager, bleek en schraal, met uw vast vertrouwen in de prinsen en in de grooten der aarde; door overdreven ijver, veronachtzaamt gij uw lichaam, uw edel lichaam, dat gij laat vergaan van ellende en zelfvernedering.
Maar heviger werd hunne vrees, toen de geesten, bij duizenden zich zetten op zetels van reusachtige spinnekoppen, kikvorschen met olifantssnuiten, ineengekronkelde slangen, krokodillen die recht op den steert stonden en eene menigte geesten in den muil hielden, slangen die meer dan dertig dwergen van beider kunne schrijlings op haar golvend lijf droegen, en wel honderdduizend insecten, grooter dan reuzen, gewapend met zweerden, spiesen, zeisen, vorken met zeven tanden, en allerhande moordtuigen.
Daar zagen zij vrouwen en kinderen, die daar gelegerd waren, en ook een groot getal mannen, allen op verschillende wijze gewapend met zweerden, met bussen, met voetbogen, met lansen, met spiesen, met ruiterspistolen. Toen Uilenspiegel hen zag, zei hij tot hen: Gij schijnt hier in gemeenschap te leven om de vervolging te ontvluchten; zijt gij soms de Broeders van het Woud?
Als dat calvinistengebroed, hebt gij ook harnassen, lansen, hellebaarden, zweerden, kruismessen, alsmede de falkonetten, bussen, slangen en serpenten van de gemeente. "Zij zijn vreedzaam, zult gij zeggen; zij willen, in volle rust en vrede, Gods woord aanhooren. 't Is eender. Trekt de stad uit! verjaagt mij, doodt mij, smijt mij al die Calvinisten uit den Tempel! Zijt gij nog niet weg!
Waar is het roode, heldere bloed, dat in hunne aderen vloeide? Het is preisap geworden. En vechten de mannen niet tegen elkander met messen, met daggen, met zweerden, tot den dood, om heure gunst te verkrijgen? De bleeke en bloedende lijken, die men wegbrengt, zijn lijken van arme, waanzinnige verliefden.
Aan ons de eenden en hazen! Wij zijn de heeren! De boeren geven ons brood en spek, zooveel als wij willen. Bezie ze, Lamme. Schuw, armoedig, vastberaden en zonder genade, zwerven zij door de bosschen met hunne aksten, hellebaarden, zweerden, kruismessen, pijken, lansen, kruisbogen, bussen, want alle wapens zijn goed, en onder vendrigs willen zij niet staan. Vive le geus!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek