Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Lamme antwoordde niet, doch vloog eensklaps naar hem als een razende stier, wierp hem ten gronde en sloeg op hem uit al zijne macht, doch hij deed hem niet veel zeer, omdat er niet veel kracht in zijne vette armen stak. De schipper gebaarde dat hij zich verweerde, doch liet hem begaan en Uilenspiegel zei op snoevenden toon: Die nietdeug kan maar zien, dat hij ons te drinken betaalt.

Laas, zeide hij, als de lansen, kogels, zweerden, aksten, hamers, mij sparen, maar op uw liefelijk lichaam vallen, wat moet ik, nietdeug, dan doen op de wereld zonder u? Maar Nele zeide: Ik wil u volgen, er zal geen gevaar zijn; ik zal mij verbergen in de houten schansen, waar de busschutters staan.

Is 't waar, liefste, hebt gij er zin in? Geloof er niets van, sprak Nele. Gij zult, zei Klaas, een goeden man aan hem hebben, met een grooten mond, een hollen buik en een lange tonge, die van de guldens duiten zal maken en nooit een oortje van zijnen arbeid, een straatlooper en een nietdeug. Doch, blozend en kwaad, antwoordde Nele: Waarom hebt gij hem niet anders gemaakt?

'k Had het dezen morgen in de kerk langs mijn broekpijp die gescheurd is laten vallen, 'k Had het opgeraapt, ge ziet het nu zelf Anatole!..." Een kleine nietdeug, met een mombakkes gelijk een doodshoofd, riep achter hem: "Loërik!" Anatole sprak: "'k En wil 't niet zeggen om u te treiteren Johan, maar ge zoudt toch wat meer koeragie moeten hebben bij uwe vrouw.

Vadertjelief, antwoordde Uilenspiegel, ik zit op den ezel en zeg tot niemand een woord, en toch schelden ze mij uit voor een nietdeug. Toen deed Klaas hem langs voren zitten. In die postuur stak Uilenspiegel de tong uit naar de pelgrims, en roepend en tierend balden ze hunne vuisten en dreigden met hunne stokken Klaas en den ezel. Maar Klaas sloeg op zijn ezel om hunne woede te ontvlieden.

Uilenspiegel antwoordde: Den aanklager, den moordenaar van Klaas, mijn vader, smeet ik in 't water. De assche klopte op mijn hert. Hij bekent, sprak de vischverkooper; hij zal insgelijks sterven? Waar is de galg, dat ik ze zie? Waar is de beul met het zweerd der justitie? De doodklok klept ook voor u, nietdeug, moordenaar van een armen grijsaard.

En naar zijn ezel wijzend: Gij weet wel, heer, dat hij, die tusschen zijne vier palen woont, bij wet en recht immmer vrij is. De hertog antwoordde: Verlaat mijne gewesten of gij zult sterven! Genadige heer, antwoordde Uilenspiegel, met een paar gulden zou ik er rapper buitenrollen. Nietdeug, sprak de hertog, het is u niet genoeg ongehoorzaam te zijn, ge vraagt er mij nog geld bij!

Ja, links en op mijn achterste. Waarom deedt gij dat, schaamtelooze nietdeug? Uit onwetendheid, antwoordde Uilenspiegel. Ik weet heel goed wat een zweep is, en ook heel goed wat een achterste is, dat op eenen zadel gespannen zit.

Lumey, voort de scherven vertrappend, bulderde: Gij trotseert mij, armzalige nietdeug, maar gij ook zult gehangen worden, niet in eene schuur, maar schandelijk op de Markt, in het aanschijn van elkeen. Schande over u, sprak Uilenspiegel, schande over ons: soldatenwoord is geen gulden woord meer! Wilt gij zwijgen, ijzeren kop! riep messire Lumey.

Eensklaps zag Uilenspiegel zijn vriend den kok op het dek stormen en den scheepsjongen een jongen snaak, ervaren in de Fransche en in de Vlaamsche taal, maar nog meer in het smullen achternazetten, met zijn grooten houten pollepel in de hand. Nietdeug, zeide Lamme, duchtig met zijnen stoklepel slaande, dacht gij dan, zonder eenige straf, voorbarig mijne stoverije op te peuzelen?

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek