United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben Nele, zijne bruid, zeide zij, en kom uit Vlaanderen om hem te halen. Gij kwaamt in tijds, zeide Lumey op barschen toon. En hij toog henen. Treslong naderde toen en sprak: Brave Vlaming, wilt gij op onze schepen nog dienen, als gij getrouwd zijt? Ja, messire, antwoordde Uilenspiegel. En gij, meideken, wat zult gij doen zonder uwen man?

Wilt gij berouw hebben en zeggen, dat hij wel gedaan heeft? vroeg Treslong tot Uilenspiegel. Soldatenwoord is geen gulden woord meer, zeide Uilenspiegel. Steek het strop over zijnen hals, beval Lumey.

Daar zeilden zij naar de vloot van messire Willem Lumey, graaf van de Mark, admiraal van Holland en Zeeland, die als dusdanig eene lanteerne omhoog in de mast van zijn schip voerde. Bezie hem goed, Lamme, sprak Uilenspiegel; hij zal u niet sparen, als gij met geweld het schip wilt verlaten. Hoort gij zijne stem bulderen als de donder? Zie hoe groot en breed hij is, zie zijn hooge gestalte!

De inscriptie op den tegenovergestelden muur herinnert aan Cornelius Musius van Spangen, geb. in 1500 te Delft, den dichterlijken, geleerden en godvruchtigen prior van dit klooster en den vriend van den Prins van Oranje, die in 1572 door den Graaf van der Mark, heer van Lumey, opgelicht en op 10 Dec. gruwelijk vermoord werd.

De vele wreedheden, op Lumey's bevel begaan, boezemden ook den Engelschen zulk een afkeer in, dat Elisabeth, die sinds kort weer op een beteren voet met Philips II stond, niet weigeren kon, aan Alba's dringende vertoogen het oor te leenen. In de laatste dagen van Maart beval zij, dat Lumey en al zijne aanhangers terstond Engeland verlaten moesten.

Lumey sloeg met de vuisten op de tafel en scheurde den brief aan stukken; hij riep woedend uit: Verdoemd, waarmede bemoeit hij zich, die Marinus, die schooier, die vóór de inneming van den Briel nog geene graat van een haring te vreten had? Hij heet zich mijnheer en meester, en zendt bevelen aan mij! Hij last en beveelt!

"Tot hen behoort zoowel de ridder Bloys van Treslong en Willem van der Marck, baron van Lumey, als Dirk Duyvel, wiens naam hem reeds kenmerkt als een echten vrijbuiter. Maar waarom stelt gij zooveel belang in de Watergeuzen?" "Om deze reden. Vijf en twintig schepen, met dat volkje bemand, zijn te Dover binnengeloopen. Zij roepen onze bescherming in en verzoeken om proviand en water.

Toen trok messire Lumey zijn degen en zeker had hij Uilenspiegel gedood, zoo Treslong zijn arm niet weerhouden had, zeggende: Medelijden! hij is moedig en dapper, en heeft geenerlei misdaad bedreven. Lumey veranderde toen van gedachte en sprak: Dat hij vergiffenis vrage! Maar Uilenspiegel bleef rechtstaan en sprak: Ik zal het niet doen.

Menigmaal had hij de misdadigers streng gestraft en zelfs den woesten Lumey uit zijn dienst ontslagen, maar toch kon hij den katholieken niet die verdraagzaamheid verzekeren, waarop zij ook in zijn oog recht hadden. Een der ijverigste aanhangers van den prins was Dirk Sonoy, die om zijne schitterende verdiensten tot gouverneur van Noord-Holland benoemd was.

Wat beteekent die zotternij? vroeg messire Lumey. Treslong antwoordde: Volgens de costumen en gebruiken van de stede, is het recht en wet, dat een jonge dochter, maagd of ongehuwd, een man van de koord redt, als zij hem aan den voet van de galge tot echtgenoot neemt. God is met hem, zeide Lumey; maak hem los!