Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De lanteernen werden aangestoken en Spelle klom op den wagen met zijne lanteerne in de hand; maar nauwelijks had hij gekeken, of hij slaakte een grooten schreeuw en viel achterover, gillend: Michielken! Michielken! Jezus, ontferm u mijner! In een hoek van den wagen stond een man, die in 't wit gekleed was, lijk de pasteibakkers, en die, in de beide handen, bloedige voeten vasthield.
Uilenspiegel zag den boer hun eene lanteerne brengen. Het licht der lanteerne werd somtijds verduisterd door een zwarte gedaante. Uilenspiegel leidde daaruit af, dat zij achter elkander gingen. Hij laadde zijn vuurroer en schoot naar de zwarte gedaante.
Elk jaar, dat de Heer heur vergunt, krijgt zij een nieuwe laag vet. Op eene der tonnen flikkert eene vetkeers en aan de balken der zoldering hangt eene lanteerne. Het is daar donker en klaar: donker voor de liefde en klaar voor 't gelag. Maar, sprak Lamme, 't is een klooster van duivelsche nonnen, en uwe bazinne is de abdis.
Klaas liet hem binnen, stak eene lanteerne aan en men zag hem, den ketter den weg wijzend, de trap opgaan en den vreemdeling brengen in een kleine dakkamer waarvan het venster uitzicht geeft in den hof. Wie anders, riep Klaas uit, kan dat alles overgedragen hebben dan gij, deugniet van een vischverkooper?
Op dit teeken werd gemeenlijk alles kort en klein geslagen in de huizen met roode lanteerne. Uilenspiegel dronk, tikte met zijn glas op de tafel en sprak: 't Is van te beven den klinkaard! En de zeven deden als hij. Allen hielden zich stille: Gilline verbleekte, Stevenijne scheen verrast en onthutst. De serjanten vroegen tot elkaar: Zouden die zeven met hen zijn?
Kijk, zeide Uilenspiegel tot Lamme, kijk naar dit huisje, dat heel van hout is gemaakt, met schoone, gebeitelde vensteren, waar kleine ruitjes in steken; kijk naar die gele gordijntjes en die roode lanteerne. Daar, mijn vriend, achter vier tonnen bruinbier, uitzet, dobbele kuite en Spaanschen wijn, troont een schoone bazinne van over de vijftig.
Toen zag hij de lanteerne verscheidene reizen op en neer gaan; hij maakte eruit op, dat een van beiden gevallen was en de andere wilde weten waar hij gewond was. Hij wapende zijn vuurroer opnieuw. Als hij de lanteerne vlug en slingerend in de richting des kamps zag voortgaan, schoot hij opnieuw. De lanteerne waggelde, viel ten gronde en doofde uit.
Daar zeilden zij naar de vloot van messire Willem Lumey, graaf van de Mark, admiraal van Holland en Zeeland, die als dusdanig eene lanteerne omhoog in de mast van zijn schip voerde. Bezie hem goed, Lamme, sprak Uilenspiegel; hij zal u niet sparen, als gij met geweld het schip wilt verlaten. Hoort gij zijne stem bulderen als de donder? Zie hoe groot en breed hij is, zie zijn hooge gestalte!
Eensklaps keek hij op, en zag hij eenen man, die met een brandende lanteerne naast hem ging. Wat wilt ge? vroeg Egmond. Uw welzijn, antwoordde Uilenspiegel, zooveel welzijn, als een brandende lanteerne kan geven. Ga heen en laat mij, sprak de graaf. Ik zal niet gaan, antwoordde Uilenspiegel. Moet gij dan van de zweep hebben?
En ik liep uit al mijne macht, al schreeuwend, terwijl hij achter mij huilde, en ik hoorde het klapperend geluid zijner tanden achter mij, en eenmaal dit zóó dicht tegen mijne schouderen, dat ik dacht dat hij mij vastgrijpen ging. Maar ik liep gauwer dan hij. Tot mijn groot geluk kwam ik aan den hoek van de Reigerstraat den nachtwacht met zijne lanteerne tegen. "De wolf! de wolf!" riep ik.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek