Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


En, inderdaad, Stevenijne lachte, doch knipoogde intusschen tot Gilline, de deerne met heur goudlinnen kleed. De baas dronk, betaalde en vertrok. De zeven beenhouwers deden teeken van verstandhouding tot de serjanten en tot Stevenijne. Een van de zeven maakte een gebaar om te bedieden, dat hij Uilenspiegel voor een onnoozele hield en dat hij hem leelijk ging beethebben.

Uilenspiegel zei toen: Dat zij eten, die honger hebben, en drinken, die dorst hebben! En serjanten, meidekens, beenhouwers, Gilline en Stevenijne klapten in de handen en trapten met de voeten. Ieder zette zich neer waar hij plaats vond: Uilenspiegel, Lamme en de zeven beenhouwers aan de groote eeretafel, de serjanten en de meidekens aan twee kleine tafelen.

Dan zal ik mij naderhand doen betalen op uwe nalatenschap, zeide Stevenijne. Hyena's leven van lijken, antwoordde Uilenspiegel. Ja, sprak een van de serjanten, die twee diepers hebben 't geld van de predikanten genomen: meer dan driehonderd karolusgulden. Daar zal een goede stuiver voor Gilline afmogen. Deze zong: En toen riep ze, grijnslachend: Laat ons drinken!

Vóór heur gingen, de gebeden der dooden zingend, de deken van Onze-Lieve-Vrouwekerk, zijne vicarissen, de koster met het kruis; en achter heur, de baljuw van Damme, de schepenen, de griffiers, de serjanten der gemeente, de provoost, de hangman en zijne beide knechts.

Toen het lijk uitgekleed was, zag men dat het droog lijk hout was: en de baljuw en de officieren van de gemeente deden het bedekken met zand en de serjanten droegen de kleederen en de wapenen mede. En toen zij voorbij het Steen kwamen, zeide de baljuw tot Katelijne, dat Hans dáár op heur wachtte; en blijde ging zij er binnen.

En, hoewel de serjanten van de gemeente het heur verboden, hitsten de moeders heure knapen en meidekens op, om steenen te werpen naar den vischverkooper. En dezen deden het: en telkens dat hij hen bezag, jouwden zij hem uit, en gedurig riepen zij: Bloedzuiger! bloedzuiger! slaat dood! En gedurig riep Tonia: Hij betale met zacht vuur, met gloeiende tangen, hij betale! En het volk morde.

Heb ik geen bewijs van den parochiepaap, sprak Uilenspiegel, met een groot lakzegel van de kerk, dat er aanhangt met twee perkamenten steerten; hebben wij ook onze biechtbriefkens niet? De huurlingen en serjanten des hertogen vermogen niets tegen twee mannen, van zulke goede papieren voorzien. Lamme antwoordde niet. En de zwarte paternosters die wij verkoopen? vervolgde Uilenspiegel.

En Lamme zweette water en bloed; hij was van gramschap zoo rood als de kam van een haan, doch hij wilde niet spreken. Komaan, trakteer ons met eten en drinken, zeiden de beenhouwers en de serjanten. Wel, sprak Uilenspiegel, terwijl hij zijne karolussen opnieuw deed rinkelen, geef ons te eten en te drinken, beminnelijke Stevenijne, geef ons te drinken in glazen, die klinken.

Doch de twee serjanten Judocus en Nikolaas, dien Uilenspiegel de les had gespeld, waren vóór den kastelein van Kortrijk verschenen, want het gedruisch, het geweld en de plundering moesten door hem gestraft worden, daar het huis van Stevenijne in de kasselrij, buiten den bijvang der stad Kortrijk lag.

Nele begreep hem: toen zag ze dat hij over de haag sprong, dat de serjanten hem bij den kraag vatten, dat hij worstelde om los te geraken en zij weende en riep: Hij is onschuldig! hij is onschuldig! doet geen kwaad aan Klaas, aan mijn vader! Uilenspiegel, waar zijt gij? Gij zoudt ze den kop inslaan! En zij sprong naar een der serjanten en reet zijn gezicht met heure nagelen vaneen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek