United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


En netuurlijk 'ad die 'ôtelouwer geen wantrouwe, en ik vroeg geen rekening en niet wat ik daags most betale.

En allen riepen: Dief en moordenaar, waar hebt gij het goud weggestoken, dat gij den armen slachtofferen ontroofdet? Hij moet alles teruggeven! Ik heb geen goud; hebt medelijden! smeekte de vischverkooper. En de vrouwlieden smeten zand en steenen naar hem. Hij betale! hij betale! schreeuwde Tonia. Medelijden, zuchtte hij, ik ben druipend van het bloed, dat gutst uit mijn wonden.

Een wever met name Brakels, die reeds tweemaal Deken was geweest, stond van zijn zetel op en onderbrak de redevoering van Deconinck met de volgende woorden: "Gij spreekt altijd van slavernij en rechten! Maar wie zegt ons dat de heren Wethouders ons willen te kort doen? Is het niet beter dat men de acht Groten betale en de rust behoude? Want gij kunt het wel voorzien, er zal bloed vergoten worden.

Neem ze vrij alle twee, merkte Odo om gerust gelaten te worden. De welgezindheid van zijnen makker verdroot hem. Maar André liet niet los. Hoe is de blonde niet wel zoo schoon? en lonkt ze niet even vriendelijk? Ja, vrijwel, ze lonkten alle twee bezonderlïjk naar u. En uwe wedding zijt ge verloren! 'k Betale geern, 't plezier van den dag is 't verlies wel weerd, wist Odo.

Nette meisjes deden 's Zaterdags een schoone japon aan, als 't werk was afgeloopen...... zei Mevrouw. "Mot u er na betale" antwoordde Sprotje bot, en zelfs zonder een kleur te krijgen.

Een vreemdeling, die zulke verre reizen onderneemt om ruïnen te zien, waarin de Indiaan hoegenaamd geen belang stelt, moet iemand zijn die met zijn geld geen weg weet: het is dus niet meer dan billijk dat hij betale. Nu, de Indianen van Yucatan zijn niet de eenigen, die zoo redeneeren. Eindelijk krijgen wij dan toch onze dragers, tegen een derde boven den gewonen prijs.

De vrouwlieden spraken: Ge moet ons niet bezien met uwe ijskoude oogen; gij zijt een man en geen duivel: wij vreezen u niet. Wreedaardig beest, lafhertiger dan eene kat die de vogeltjes in hun nestje opvreet, dooddet gij de arme meidekens, die niets vroegen dan in braafheid hun liefelijk leven te slijten. Hij betale, hij betale met zacht vuur, met gloeiende tangen, riep Tonia.

En de vischverkooper zei gedurig: Breekt de klokken, doodt de kinderen, die schreeuwen. En Tonia sprak: Hij betale, met zacht vuurken, met gloeiende tangen, hij betale! En dan weer zwegen beiden. En Uilenspiegel hoorde niets meer dan den jagenden adem van Tonia, den zwaren stap van de mannen op het krakende zand en de zee, die rolde als de donder.

Maar ik heb die cente as gedachtenis bewaard, en onderweg heb 'k voor Pietje en Klaasie aardappele geschild en z'n boel schoon gehouwe, da'k daarvan an boord me slokkie of wat 'k dan lustte kon betale ... 't Natuurschoon op zoo'n zee, man, met die berge en die zonsondergange, dat brandt in je ooge.

Weet, mijn broederen, dat de vrijheid een tedere boom is die, zodra men een zijner takken afbreekt, vergaat en sterft. Indien gij de Leliaards aldus de boom laat snoeien, zullen zij ons welhaast de macht benemen om de verdorde stam te verdedigen. Het zij gezegd, wie een mannenhart heeft, betale de acht Groten niet!