Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Toen die van Damme aldus vernomen hadden dat het op een tweede aanklacht van Grijpstuiver was, dat men moeder en zoon naar 't gevang bracht, jouwden zij den vischverkooper uit en smeten 's avonds steenen in zijne ruiten. En zijne deur werd vol vuiligheid bestreken. En hij dorst niet meer buitenkomen. Omtrent tien uur des voormiddags werden Soetkin en Uilenspiegel in de folterkamer gebracht.
En, hoewel de serjanten van de gemeente het heur verboden, hitsten de moeders heure knapen en meidekens op, om steenen te werpen naar den vischverkooper. En dezen deden het: en telkens dat hij hen bezag, jouwden zij hem uit, en gedurig riepen zij: Bloedzuiger! bloedzuiger! slaat dood! En gedurig riep Tonia: Hij betale met zacht vuur, met gloeiende tangen, hij betale! En het volk morde.
Dat leek alsof het meenens zou worden, en toen Bertie de kano's van den wal langszij zag komen, bewapend met speren, bogen, pijlen en Sniders verlangde hij serieuzer dan ooit naar het eind van de reis. Dien avond bleven de inlanders lang treuzelen vóórdat ze het schip verlieten. Enkelen van hen jouwden den stuurman uit toen hij hen beval aan land te gaan.
Soms stonden we doodstil, luisterend naar het tieren der wilde bende, dan weer dwaalden we onrustig rond, zinnend op wraak. Zeker, we waren veilig, maar veiligheid is voor een edel krijgsmanshart niet genoeg. »Kom er uit, als je durft!" jouwden ze daar buiten. En die tergende uitdagingen joegen ons het bloed naar de wangen.
Toen wij de grens overschreden, en de Duitschers, die vroeger tegen ons waren, zich aan onze zijde schaarden, dacht een van de jongens op eens aan den Duitscher, die zich in 't vertrek bevond. "Zoo zijt gij! Eerst trekt gij tegen ons op, en als gij geen kracht meer hebt, dan zijt gij vóór ons!" en plotseling stonden allen op en jouwden den Duitscher uit, zoodat men het buiten kon hooren.
En de vischverkooper bleef alleen in zijn huis als een vadermoorder, en dorst slechts 's avonds buitenkomen; want de mannen en vrouwlieden die hem zagen, jouwden hem uit en heetten hem moordenaar, en de kleine kinderen vluchtten voor hem, daar men hun gezegd had, dat hij de hangman was.
Twee dagen sjouwden Bavink en Japi in Veere rond en toen jijden en jouwden ze elkaar al. Urenlang zaten ze samen op 't dak van 't Hospitaal en keken over Walcheren, over de Kreek en 't Veergat en den ingang van de Oosterschelde en de duinen van Schouwen. En daar had je dikke Jan ook weer, den toren van Zierikzee, nu in 't Noorden.
Hij kwam weder in Picadilly Circus tusschen elf en twaalf uur des nachts en vond daar nu een geheel ander soort van menigte. Blijkbaar keken allen scherp om zich heen: vol van de dingen die zij, hij begreep niet waarom, wilden doen en van andere dingen die zij niet konden doen. Zij keken naar hem op en jouwden hem uit en gingen door.
Doch eensklaps vloog hij naar de deur; hij stormde de trap af, en liep in zijn hemd de afspanning door, tot op de straat, al roepend: Mijne vrouw? waar is mijne vrouw? Maar hij kwam dadelijk terug, want de straatjongens jouwden hem uit en smeten met steenen naar hem. En Uilenspiegel zeide tot hem: Kleed u, Lamme, en wees niet wanhopend, gij zult ze terugzien, vermits gij ze heden gezien hebt.
Mijn jongen, zei Lamme, die minder strijdlustig werd, hij gaat ons in 't water smijten. Wel, laat er u in smijten, sprak Uilenspiegel. De dikzak wordt benauwd, zei de menigte werklieden en vrouwen en kinderen. Lamme, altijd op zijnen ezel gezeten, keerde zich naar hen toe en bekeek ze grammoedig, maar zij jouwden hem uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek