Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Zabern, beangst voor Katina's leven, drong zich door de menigte heen, trachtend haar te bereiken. Elizabeth, vergeefs op een middel zinnend om de vechtenden te scheiden, smeekte Radzivil de Lijfwacht te ontbieden. Toen klonk opeens een stem, die als een donderslag het tumult overstemde: "De wapens neer!"
Nog een week geduld en 't bootje zou door 't Scheldewater klieven ... Peinzend en zinnend beende hij, door oude gewoonte gedreven, langs de straat, waarin de Plezante bazin woonde.
Het waren echte Bavianen, vol list en sluwheid, ongemanierd, uitgelaten, altijd zinnend op kattekwaad, en wel bewust, dat zij ons met hunne handelingen vermaakten. Toch was bij alle drie een verschil in karakter op te merken. Pavy, een mannetje, was zeer lieftallig, vleiend en buitengewoon aan ons gehecht.
Opstaand, dof-week van 't lange gesnik, liet-ie de aardplek waar z'n lichaam 'n dauw had gedonkerd, achter zich. Hinkend, voorzichtig gaand, de gladdingen mijdend, liep-ie terug, dood-op, maar helder-rustig van denken, triestig zinnend wat-ie zou doen. Zoo fel, zoo krankzinnig-buldrend was z'n smart geweest, zoo groot was de afmatting geworden, dat-ie ademde als altijd, avond-moe dacht als altijd. Hij zou naar 't Toevluchtsoord voor onbehuisden, bij 't Casino gaan hij had nog tien cente. En dan morgen, as-ie wakker werd slapen zóú-ie, slapen zóo as-ie lee, slapen in één verdooving door , morgen as-ie de ouwe kracht weer had, zou-ie overleggen, besluiten. Z'n woede, z'n dolle bezetenheid, was-ie kwijt. In 't Park, tegen den grond, den ijzeren grond, krimpend, had-ie bij 't vizioen van 't vijftien-, zestien-, zeventien-jarig goor mannetje hoe oud-ie was, wist-ie niet 't oud-verlept kereltje dat dezelfde lippen gezoend had, dat ontuchtig 'r lichaam had bezeten, 's nachts op het bultig matras , in 't Park had-ie als 'n woest beest z'n mond langs de harde modderranden geschuierd, spoegend en kwijlend. De heete herinnering aan de lippen, de tanden die in bijslaap bij 'n broer hadden gelegen, most-ie van zich af braken, most-ie uit de slijmende na-voeling scheuren. Als Joozep bij 'm geweest was, had-ie 'm met den klauwenden greep van z'n handen geworgd, had-ie den nek van den jongen als 'n roofdier met groen-lichtende oogen besprongen, had-ie 'm met gil-lachende hakken den neus en den mond en den schedel vertrapt. Dat was voorbij. Dat kwam niet meer terug. Leeg van smart kon-ie nog enkel diep, eindeloos meelijden voelen, deed 't gebeurde als 'n verre huivering aan, als 'n vormloos ding, dat 'm in z'n rustige uitgeputheid nauwlijks meer kwelde. Nou begreep-ie volkomen. Nou zag-ie 'r doen, 'r kijken, 'r lachen in 'n tragisch, noodlottig verband. Tóen had-ie 'r 't allereerst ontmoet, bij Suikerpeer, 'r driestheidjes opgelet, zich gestooten an 'r oogen later in de hal van de school bij 'r brutaal terugkijken, 'r gemeenen lach, 'r leunen tegen de zuil, was ze al zonder weerstand geweest, hadden z'n handen klam-zweetig gebeefd later, op z'n kamer na 't heengaan van Saartje, h
Het spettert van overal oranje, rood en blauw en purper: boterbloempjes als zonnevonken in 't groen gevangen; de eereprijs die zinnend met zijn blauwe oogjes kijkt, de koekoeksbloem op hoogen stengel, de paarse klokjes die geheimpjes uitluiden, de schierling die zijn witte schermen spant tegen de zon. Het bloeien gaat als een wondere mare van feestelijke vreugde door het groene land.
Soms stonden we doodstil, luisterend naar het tieren der wilde bende, dan weer dwaalden we onrustig rond, zinnend op wraak. Zeker, we waren veilig, maar veiligheid is voor een edel krijgsmanshart niet genoeg. »Kom er uit, als je durft!" jouwden ze daar buiten. En die tergende uitdagingen joegen ons het bloed naar de wangen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek