United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


"'t Is wonderlijk!" riep hij uit, "dat is dezelfde Chinees van zeven jaar geleden en die ouwe vrouw ... dezelfde! "Je zou zeggen, dat ik van nacht gedroomd had van een zevenjarige reis door Europa! ... en, wel allemachtig! die steen daar is nog net zoo van zijn plaats als ik hem gelaten heb!" Inderdaad zat de steen op den hoek van het wandelpad der Calle de la Sacristia nog los.

»Hoor'reis Griet," liet nu een van de anderen zich hooren, »je weet er krek niemendal van. Ik weet zéker dat de ouwe schelm duiten heeft en geen klein beetje ook." »Och kom!" zei de waardin ongeloovig.

En waar heb je al gezworven, zooals de ouwe vloo tegen de jonge zei?" "Ja Schipper! dat zal ik u naderhand wel reis vertellen," antwoordde Sander; "waar ik geweest ben, komt er minder op aan," vervolgde hij met een zucht: "het zal eerder te bezien staan, waar ik heen moet: hoewel ik verklaar, dat het mij in deze treurige oogenblikken vrij onverschillig is."

Maar kwaad is ze daarom niet. Ze het een kommetje koffie voor me gezet en een bakkie met me gedronke en gevraagd of 'k getrouwd was. Dan zegt ze eneens: "Gerrit, heb je nog een oude moeder?" "En òf!" zeg ik. En bij dat ze is, dat ouwe mins van zevetig! Maar loope ken ze niet meer."

Achter de damp-fletse ruiten heenschoot het landschap, schaduw van huizen, zweving van licht over nog groenende weiden. Ze geleken te reizen van dorp naar dorp in 'n ouwe diligence, botsend bij 't harde gebult van den dijk. Bij tijden spuwde de pruimende groentenjood spatsel naar zij van de deur en 'n drager zat geduldig te wriemlen om 'n balein van z'n parapluie te hechten.

"Of ik mal ware," zeide Lodewijk: "kom over veertien dagen eens weer, dan zullen wij er nader over spreken." "Over veertien dagen," zeide Reynhove: "zullen de blessen wel denzelfden weg zijn opgegaan als de witvoet." "Dat ware altijd een laatste uitkomst," zeide Lodewijk, lachende: "ja! van dat ouwe dier ben ik zeker wél afgekomen." "Van den witvoet?" herhaalde Reynhove, met verbazing.

Ouwe barbaar!” zei Marie, toen oom uitgelachen had; maar in haar oogen tintelde weer een vonkje van de vroegere vroolijkheid, en toen Frits ook een opgeruimd gezicht zette, zijn arm om haar midden sloeg, een kus op haar frissche lippen drukte en schertsend vroeg: „Met uw permissie, oom,” riep de vroolijke zeeman: „Zóó mag ik het zien. Jongens! geneer je niet, ga je koers maar; ik geloof, dat jelui al wijzer wordt.

"O! maar dat's niet erg, ik weet wel raad," en naar de vervelooze latafel gaande de duisternis hindert hem niet, hij kent elken hoek van 't vertrek haalt hij uit de bovenste lade een ouden, roestigen sleutel te voorschijn en opent daarmede de deur, terwijl hij grinnikt: "Dat weet de ouwe niet; vader wist het ook niet, en ik heb hem toch zoo dikwijls gebruikt, als hij me opsloot."

Na twaalven, middernacht. Het is drukkend warm geweest. Op mijn schrijftafel brandt een lamp, op de middentafel brandt een lamp. Zoele benauwdheid hangt in de kamer. Ik ga naar buiten, in het tuintje. Achterin, tegen de schutting geleund, soes ik en de ouwe, vreemde bekoring komt over me.

"Eén ding alleenig, da' mo'k je nog vrage ... Want zie je, die Mina, waar 'k je daar strakkies van sprak, die kan d'r wel uit, uit mijn tooneelstuk. Die ouwe lijkstaassie verdoet zich tòch an 't brandspiritus, want al wat er 's avens tussche ons was voorgevalle, had ze vanmorge alweer heelegaar vergete.