United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meer en meer trad het begrip van beleediging op den achtergrond, terwijl de zoengave gaandeweg geheel en al de beteekenis kreeg van een koopsom der vrouw. Verkocht werd echter alleen de vrouw, niet de kinderen. Deze behoorden en bleven behooren aan de moeder en hadden in den oom van moederszijde hun natuurlijken voogd en beschermer.

Al mijne gedachten bepaalden zich tot mijn oom. Hij lag gedoken in zijn grooten armstoel met utrechtsch fluweel bekleed en hield een boek in de hand, dat hij met de diepste bewondering beschouwde. "Welk een boek! welk een boek!" riep hij uit.

En, ik ga naar huis, zeer verdrietig, zoo verdrietig, als eenig mensch ooit kan worden. Daar zat ik nu in 't donker en ergerde mij inwendig. Toen ging de deur open, en mijn oom kwam binnen. "Goeden avond!" zeide hij. "Hoe zit gij hier zoo in de duisternis? Steek licht aan!"

"Ik begrijp niet," murmelde mijnheer Reimond. "Het kan u eene vleierij schijnen, heer oom, waarom evenwel zou ik de waarheid verzwijgen?

Anderhalf jaar lang had zij gereisd, of, zoo zij niet bij heur oom Vere te Brussel vertoefd had, bij vreemden gewoond, altijd bij vreemden, zonder een plekje gekend te hebben, dat zij haar eigen kon noemen.

Oom Lazare was sprakeloos gebleven, maar zich tot mij keerende, zeide hij plotseling: "Herinnert gij u, Jean, hoe ik u, meer dan twintig jaar geleden, op een vroegen Mei-morgen hierheen bracht? Dien dag toonde ik u het dal aan, dat ten prooi was van een koortsachtige bedrijvigheid en de vruchten voor den herfst toebereidde. Zie thans, het dal heeft nogmaals zijn arbeid voleindigd."

Hierop vertelde hij, wat moeite het gekost had, den gekken held weer naar huis te krijgen, en zocht de arme vrouwen te troosten, die alweer hardop begonnen te huilen en haar hart vasthielden, dat haar meester en oom die dolle kuren opnieuw zoude beginnen. Of dit al of niet gebeurde, zullen wij spoedig genoeg vernemen.

Intusschen ging Rodolphe een bezoek brengen aan zijn oom Monetti, die een matador was in het verhalen van den terugtocht uit Rusland, en aan wien Rodolphe vijf of zes maal per jaar, n.l. wanneer de geldnood erg nijpte, de voldoening schonk zijn veldtochten te vertellen in ruil voor een leening van wat geld, waartoe de veteraan-kachelsmid-rookverdrijver wel over te halen was, indien men bij het luisteren naar zijn verhalen slechts veel geestdrift wist te toonen.

Deze sprak op den toon van diep medelijden en van smart: "Alzoo, mijn goede oom, gij blijft bij de schrikkelijke gedachte, dat gij binnen weinige dagen zult sterven?" "Eene gedachte, Willem? Het is eene volstrekte zekerheid." "Maar indien gij wenschtet te leven?" "Het zou er niets aan doen. Daarenboven, mijn jongen, ik snak vurig naar den dood." "Onbegrijpelijk!" zuchtte Willem met moedeloosheid.

Dan zeide zij overwegende: "Begrijp ik u wel, eerwaarde, dan zou mijn oom sedert tien jaar, buiten uwe bezoeken, geene andere menschen gezien hebben dan Jakob Mispels?" "En zijne vrouw." "Mijn vader had gelijk! Dit was voor hem een verderfelijk gezelschap.