Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
En in Uilenspiegel's oor zeide hij, terwijl hij spottend de tong uitstak naar Stevenijne, die lachte en heure tanden liet zien: 't Is van te beven den klinkaard! Vervolgens, naar de serjanten wijzend, sprak hij luidop: Lieve hervormde, wij zijn allen met u, trakteer ons met eten en drinken.
Oorlog om Oorlog! Leve de Geus! Terwijl Uilenspiegel te Ieperen was en soldaten voor het leger van den Zwijger aanwierf, werd hij gezocht door de serjanten des hertogen. Dienvolgens bood hij zich aan als koster bij den proost van St.-Maartens-kerk.
En, geholpen door heur, bonden zij, met koorden en kettingen, de serjanten, die beefden als riet en niet dorsten wederstaan, daar zij wel voelden, dat de beenhouwers die de weerd uit de Bie onder de sterksten gekozen had hen met hunne kruismessen in stukken hadden gekapt.
Ik zal ze den prins doen behandigen, en er zal hem gezegd worden, dat Uilenspiegel en Lamme Goedzak, zijn trouwe wandelaars, zijn edel leven gered hebben. Ik ga uwe ezelen doen verkoopen, opdat men U niet aan uwe rijdieren zou herkennen. Uilenspiegel vroeg aan smid Wasteele of de vierschaar der schepenen van Namen reeds heure serjanten achter hunne hielen had gezonden.
Ook de serjanten, beulsknechten en rechters laten ons met vrede. De inwoners van de steden zien ons geerne, want wij doen hun geen kwaad. Wij zullen hier nog eenigen tijd leven in vrede, ten ware het Spaansche leger ons omsingelde.
Op dit teeken werd gemeenlijk alles kort en klein geslagen in de huizen met roode lanteerne. Uilenspiegel dronk, tikte met zijn glas op de tafel en sprak: 't Is van te beven den klinkaard! En de zeven deden als hij. Allen hielden zich stille: Gilline verbleekte, Stevenijne scheen verrast en onthutst. De serjanten vroegen tot elkaar: Zouden die zeven met hen zijn?
Vervolgens stormden zij, als uitzinnige duivelen, op hunne stoelen, rond de kamer en om de tafelen, terwijl zij aanhoudend riepen: 't Is van te beven den klinkaard! En bevend van schrik stonden de serjanten toen recht en haalden zij hunne koorden en kettingen uit.
Die moet gij eerst redden, want zij zijn 't erfdeel van Soetkin, van de arme vrouwe. Uilenspiegel luisterde niet, maar liep tot aan de poort van het Steen. Daar vond hij Soetkin zitten; hij kuste heur snikkend en zij weenden beiden. Door hun jammeren was het volk in menigte naar 't gevang toegeloopen. Maar de serjanten kwamen, en verjoegen de arme Soetkin en Uilenspiegel.
De edellieden gehoorzaamden; doch dewijl messire Joost Damman nog aarzelde, riep het gemeen: Gerechtigheid, heer, gerechtigheid, hij geve zijn zweerd af. Toen deed hij het tegen zijn dank, en, van zijn peerd gestegen zijnde, werd hij door twee serjanten van de gemeente naar het Steen gebracht.
Daar werden zij rechtover elkander gezet en ieder gebonden op eene bank, bekleed met knoopkoorden, die hen schromelijk pijnigden. En ieder moest een glas water drinken, met zout en salpeter er in. Joost Damman kreeg vaak op zijne bank, maar de serjanten sloegen hem wakker. En Katelijne zeide: Om Gods wil, slaat hem niet, mijne heeren, gij breekt zijn arm lichaam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek