United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de regen opgehouden had, schudde Uilenspiegel zich, zeggende: De hemel drinkt zooveel dampen op, dat hij zich soms moet ontlasten. Maar het begon weer te regenen en te hagelen, en nog meer dan de eerste maal. De twee gezellen waren doornat. Lamme zuchtte: Wij waren goed gewasschen, nu is men ons aan't spoelen! De zonne kwam weer te voorschijn en blijgemoed stegen zij weder op hunne ezelen.

Daar wij te Maastricht wezen moeten, zullen wij over Landen trekken. Ze zullen ons ophangen, zei Lamme. We zullen er wel door geraken, antwoordde Uilenspiegel. Aldus koutend kwamen zij in de afspanning de Ekster, waar zij goed eten, goede slaping en hooi voor hunne ezelen vonden. 's Anderen daags begaven zij zich op weg naar Landen.

De keukenmeid volgde heur voorbeeld, maar zoo dikwijls niet en verzekerde, op heur aandeel in 't hemelrijk en heurer ziele zaligheid, dat zij en heure Mevrouw niets anders gedaan hadden dan het afval van 't eetmaal gegeven aan twee armzalige pelgrims, die op magere ezelen gezeten, voor het keukenvenster waren komen staan, en méér niet.

Lamme stond verstomd; hij wist niet goed of hij het wel was, geboortig uit Damme, welke dien sterken, gespierden man afgerost had, en dorst hem nog slechts ter sluips bezien en zonder den minsten hoogmoed, want hij vreesde dat de schipper lust kreeg hem op te pakken gelijk hij de ezelen opgenomen had, en hem levend in de Maas te smijten, uit weerwraak.

Verkoop onze ezelen, zeide Uilenspiegel, en de opbrengst kunt gij voegen bij den oorlogsschat van den prins. De dieren werden verkocht. Nu moet gij, sprak Wasteele, elk een vrij ambacht hebben, dat tot geene gilden behoort. Kunt gij vogelkooien en rattenvallen maken? Ik heb er vroeger veel gemaakt, zeide Uilenspiegel. En gij? vroeg Wasteele aan Lamme.

Maar, sprak Lamme, er zijn ook twee ezelen, waarop wij zitten. In den stal van den grave van Meghem is geene haver te kort, antwoordde de dame. De keukenmeid liet heure braadpannen staan en bracht Uilenspiegel en Lamme op het binnenhof, en de ezels begonnen seffens te balken. Ze rieken eten en ze schateren uit van vreugde, de arme dieren, sprak Uilenspiegel.

Op dat geluid spitsten de beide ezelen van Lamme en Uilenspiegel de ooren en vergezelden zij 't refrein in hunne moedertaal. Vrouwlieden trokken voorbij en ook mannen die met jaagpeerden opgingen, en Uilenspiegel zei tot Lamme. Die schipper spot met ons en met onze ezelen. Als wij hem eens eene rammeling gaven op zijne boot? Wat dunkt u er van?

Zij toonden hunne passen. Toen zij een halven stuiver voor zich en twee stuivers voor hunne ezelen hadden betaald, traden zij de stad binnen. Lamme dacht gedurig aan de woorden van Uilenspiegel en was diep nedergeslagen. Zullen wij haast avondmalen? sprak hij. Ja, antwoordde Uilenspiegel.

Ik zal ze den prins doen behandigen, en er zal hem gezegd worden, dat Uilenspiegel en Lamme Goedzak, zijn trouwe wandelaars, zijn edel leven gered hebben. Ik ga uwe ezelen doen verkoopen, opdat men U niet aan uwe rijdieren zou herkennen. Uilenspiegel vroeg aan smid Wasteele of de vierschaar der schepenen van Namen reeds heure serjanten achter hunne hielen had gezonden.

Lamme at en dronk, en bezag zegevierend den schipper. Deze zeide eensklaps: Uwe ezelen vervelen zich ginder. Daarop bracht hij de boot tegen de kaai, ging aan wal, nam een der ezelen bij de voorpooten en de achterpooten en, het dier dragende gelijk het kindeken Jezus het lammeken droeg, zette hij het neer op het dek van de boot.