United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


En dien dag vloeiden er zoovele tranen, dat de grond teenemale nat was. Dit ziende, schonk messire van Meghem geloof aan heure woorden. Lamme dorst niet meer teruggaan naar het huis van den edelen heere, want telkens dat de keukenmeid zijn neus zag, begon zij zelve te zuchten en te jammeren: Ha! mijne vrouw!

En hij was mistroostig, om den wille van het eten; doch Uilenspiegel bracht hem altoos eenige lekkere kliekjes mede, want hij drong in het huis langs de Sinte-Katelijnestraat, en hield er zich op den zolder verscholen. 's Anderen daags, na de vespers, beleed de grave van Meghem aan de schoone vrouwe, dat hij besloten had vóór den dageraad met zijne soldaten 's-Hertogenbosch binnen te dringen.

Doch Uilenspiegel en Lamme, die hunne ezels op stal gezet hadden bij eenen pachter van Simon Simonsen, moesten zich schuil houden, uit vreeze voor den grave van Meghem, die hen overal deed zoeken om ze te hangen; want hij had vernomen, dat twee heretieken van zijn vleesch gegeten en van zijnen wijn gedronken hadden.

Maar, sprak Lamme, er zijn ook twee ezelen, waarop wij zitten. In den stal van den grave van Meghem is geene haver te kort, antwoordde de dame. De keukenmeid liet heure braadpannen staan en bracht Uilenspiegel en Lamme op het binnenhof, en de ezels begonnen seffens te balken. Ze rieken eten en ze schateren uit van vreugde, de arme dieren, sprak Uilenspiegel.

Zóó zijt gij schoon, riep zij uit. Maar wie is die Klaas? Uilenspiegel antwoordde: Mijn vader, die voor het geloove verbrand werd. De grave van Meghem lijkt geenszins op u, sprak zij; hij wil eene lating toedienen aan de stad, die ik minne, want ik ben van Antwerpen, de zeeghaftige stede.