United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zou zij werkelijk om mijnent wille gegeeseld worden, mevrouw de bazinne? vroeg Lamme onthutst. De bazinne bevestigde: Tot bloedens toe gegeeseld.

Bazinne, zoete bazinne, ik, arme pelgrim, pleeg niet voor zes gulden te eten; ik heb mij vol gepropt en straks laat ik de tong hangen als een hond in de zonne: wil mij betalen, ik verdiende eerlijk de zes gulden door het lastige werk mijner tanden; geef ze mij, en 'k zal u streelen, u zoenen, u kussen, met meer vuur dan wel zeven en twintig minnaars te zamen.

Heer, sprak zij, gij ziet mij hier wel nederig en gelaten vóór uwe voeten; doch als gij niemand onzer wilt kiezen, moet ik om uwent wille gegeeseld worden; is dat rechtveerdig? En de bazinne daar, zal mij in een leelijken, donkeren kelder steken, onder de Schelde, waar het water van de muren zijpelt en waar ik slechts roggebrood te eten zal krijgen.

Wel, 'k kome zien, na den noen; als we koop slaan moet ze morgen uchtend meê, ik weet een kooper, als ge niet overgaapt in den prijs! We zullen genadelijk zijn en overeenkomen. Bazinne nog twee borrels. Als ze uit waren en betaald, vertrok Ghielen gelukkig en mompelde halfluide woorden tusschen zijn klutsend kinnebakken.

Doch de bazinne, tusschen heure twee keersen gezeten, sprak eensklaps met donderende en dreigende stemme: Vrouwen en meidekens, bij alle duivelen uit de helle zweer ik dat, bijaldien gij, door lachen en koozerijen, dien man niet dadelijk tot u krijgt, ik de nachtwacht ga halen en u allen in zijne plaats doe geeselen.

Uilenspiegel keerde terug bij den baas en zegde: Ik heb den deken gesproken, hij blijft borg voor de blinden. Terwijl gij op hen let, kan de bazinne meekomen, en hij zal heur herhalen wat ik u zegde. Ga mee, vrouw, sprak de baas. De bazinne ging met Uilenspiegel bij den deken, die maar altijd aan 't cijferen was, om zijn aandeel te vinden.

Nu, vrouwtjes, sprak hij schertsend, welke mare brengt gij mede van het land der striemende zweepen? Ik zal der bazinne de moeite sparen en zelf om de wacht gaan. Deze zal haren plicht doen en ik wil met pleizier een handeken toesteken. Alle baten helpen. Doch een aanvallig meideken van een vijftiental jaren viel op hare knieën vóór Lamme.

Uilenspiegel antwoordde: Ik kom van Rome, alwaar ik den hond van den Paus van eene verkoudheid genas, die hem grootelijks hinderde. Hebt gij den Paus gezien? vroeg zij, een glas bier tappend. Laas! zei Uilenspiegel, het glas ledigend, het is mij alleen toegestaan geweest zijn heilige voeten en zijn doorluchtige muilen te kussen. De oude hond van de bazinne kuchte, doch spuwde niet.

Dat is drinkebroerspraat, antwoordde Lamme; de Zeven, dat weet gij wel, zijn reuzen, die onder 't groot gewelf van Sint-Salvatorskerk niet kunnen recht staan. Uilenspiegel dacht treurig aan Nele. Ook dacht hij, dat hij misschien in eene of andere afspanning een goed maal, een goed onderkomen en een lieftallige bazinne zou vinden; hij sprak nogmaals: Laat ons iets drinken!

Hij vroeg een stuk brood, maar men weigerde het hem. De nacht kwam. Zijne beenen waren vermoeid en hij ging een kleine afspanning binnen. Daar zag hij een oude bazin, die een ouden hond streelde, wiens vel op dat van den doode geleek. Van waar komt gij, reiziger? vroeg de oude bazinne.