Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
In den hof sloeg er een merel nu en dan een regel blijde klanken uit, en Pallieter zei: "Da's regen." Hij ging maaien in het peerdenbeemdeken. Hij wette het staal en het klonk verweg in den kalmen, zwaren avond. Hij scheerde de zeisen door het gers, het gers viel om, en het staal ronkte.
Overal elders zijn deze dieren onbekend. Bij den oogst gaat men ook op zonderlinge wijze te werk. Zeisen zijn alleen in de omstreken der grootere steden in gebruik; in den regel bedient men zich van sikkels, die niet scherp genoeg zijn, en waarmede men de wortels der halmen uittrekt.
Ruiterij, met een sneeuw-witte wapenrusting, kwam te voorschijn; Egyptische troepen met lange houten schilden; boogschutters; wagens met zeisen, die van de wagenassen afhingen; volken na volken, ieder een samengedrongen en op zich zelf staande troep.
Maar Lamme vervolgde: Ik weet het beter dan gij. Ik zeg dat wij zot zijn, ik, gij en Uilenspiegel insgelijks, onze oogen te bederven voor al die prinsen en heeren, die zeker zouden lachen met ons, als zij ons, overvallen door vermoeienis, den nacht zagen doorbrengen met wapenen te slijpen en kogels te gieten, te hunnen dienste. Terwijl zij wijn uit gouden bekers drinken en kapoenen in tinnen schotels eten, vragen zij zich niet af of hunne vijanden met hunne zeisen onze beenen niet afkappen en ons in den doodenkuil niet werpen. Intusschen zullen zij, die in den grond noch hervormden, noch calvinisten, noch lutheranen, noch katholieken zijn, maar aan God noch duivel gelooven, heerlijkheden koopen en bemachtigen, het goed van monniken, abten en konventen inslikken. Alles zal voor hen zijn: en vrouwen en maagden en meidekens; uit hunne gouden bekers zullen zij drinken op hun eeuwig welzijn, op onze altijddurende onnoozelheid en op de zeven hoofdzonden, die zij gedurig bedrijven; ja, smid Wasteele, en d
En de maaiers trekken in hun blauwe kielen Met de avondstarre naar het heideland, Met versloopte lijven en versloerde zielen, Met de hooge zeisen aan den gordelband. Bonte trompetter, Bloeiender lust Blinkende ketter, Kort is uw rust. Steekt g' in de luchtsmoor Brandende taal, Schemering vlucht voor Uw hoornsignaal.
Er zijn twee dingen die ik, behalve een doodshoofd, voor mijne oogen niet verdragen kan: een zeisen en een zandlooper. Ik heb mijne pijp thuis gelaten. Dat is heel goed zoo, Johan. Die menschen weten van geen tabak te spreken. Altijd wierook, altijd wierook. Wanneer mijne retraite uit is, hoop ik dat Anatole mij weer eene van die dikke sigaren mag geven, gelijk de oude heeren smooren in de Shop.
Maar heviger werd hunne vrees, toen de geesten, bij duizenden zich zetten op zetels van reusachtige spinnekoppen, kikvorschen met olifantssnuiten, ineengekronkelde slangen, krokodillen die recht op den steert stonden en eene menigte geesten in den muil hielden, slangen die meer dan dertig dwergen van beider kunne schrijlings op haar golvend lijf droegen, en wel honderdduizend insecten, grooter dan reuzen, gewapend met zweerden, spiesen, zeisen, vorken met zeven tanden, en allerhande moordtuigen.
Hij had zijn lied geëindigd, toen zich reeds eenige wapenknechten, die hier aan de voorposten stonden, en deels op hun strijdkolven, zeisen of bogen leunende, deels langs den weg nederzittende, zijn gezang beluisterden, met een vroolijk gelach, hetwelk aan Madzy tot een goed voorteeken verstrekte, onze reizigers kwamen omringen.
Geef een ongeschikte de voortreffelijkste middelen, en hij bereikt er averechtsche gevolgen mee. Hij maait geen graan met zijn zeisen, hij maait er zijn bloemhof mee kaal. Wéés iets. En van uw Zijn gaat opvoeding uit. Dan moogt ge zieken genezen op den Sabbath. Dan kúnt ge zieken genezen op den Sabbath. En dan stoort ge u niet aan de Farizeesche Schriftmatigheid. Ik was een kleine groote zondaar.
De jagers richtten zich op en met hun stokken, die zij als zeisen hanteeren, doodden zij geheele rijen van deze kleine vogels, die er niet aan dachten om weg te vliegen en zich argeloos lieten treffen. Een honderdtal lag reeds over den grond gestrooid, toen de overigen besloten te vluchten. "Ziezoo," zeide Pencroff, "nu hebben wij een wild, zooals voegt aan jagers, gelijk wij!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek