Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Als hij buiten kwam, was het geel uit de lucht, en hongen er grijze wolken maar de dag was nog niet dood. Bij Pallieter stonden al de deuren open, en was het binnenshuis nog donker. Er was niemand ... Onder het afdak zag hij het punt van de zware zeisen glimmen, en hij kreeg een verlangen om er mee te werken.

Hier hadden Catillina's benden hun kamp opgeslagen. Onder Sulla werd er eene kolonie van gemaakt. Fagutal, een van de bergen van het Septimontium, zie Roma. Falacrinum, stad in het sabijnsche land, geboorteplaats van Vespasianus. Falarica = Phalarica. Falces. Onder dezen naam verstaat men alle soorten van zeisen, sikkels en snoeimessen.

En allen moesten schaterlachen. Op het veld, langs de eenzame wegen, begon langzamerhand leven en beweging te komen. Karren dokkerden in de verte, hanen kraaiden overal, roepstemmen galmden. Onzichtbare maaiers waren ergens aan het werk en in de ijle, stille lucht, hoorde men af en toe de zeisen slijpen.

Jachtsperen, zeisen, dorschvlegels en dergelijke waren hunne voornaamste wapens; want de Normandiërs hadden, overeenkomstig de gewone staatkunde der veroveraars, den overwonnen Saksers het bezit en het gebruik der wapens ontzegd.

De insekten gonsden om de zich voortspoedende planten, in de sloten langs den weg gleden visschen voort, vogels zaten te zingen in de reizende boomen, tamme en wilde dieren liepen om 't hardst, en daartusschen door liepen menschen, sommige met spaden en zeisen, andere met bijlen, weer andere met jachtgeweren of met vischnetten.

Mijn zeisen maait nu eens den draad van hun ellenden, Ik zal nu 't wankel rad van mijn beproeving wenden, Nu zult gij zien wiens hand den Farao ontrukt Mijn lelie, die zoo lang de doornen heeft gedrukt! Gaat, boodschapt Farao, wie dat u is verschenen; De weg is al bereid, dus trekt met vreden henen. Ik ben een sterflijk mensch, ik ken mij veel te zwak.

Het nijvere landvolk zweet en zwoegt, de buren bieden de helpende hand, maaien de halmen, binden de schooven, stapelen op de oogstkar het kostbare loon van zooveel moeiten en zorgen, en bij het haren der zeisen en het zwaaien der sikkels klinken vroolijke oogstliederen als deze: De wumpel de strumpel de kanne met bier, Die hebben we hier op ons pleizier!

Toen stoof de trein voorbij tientallen van maaiertjes. Ze gingen achteruit loopend langs het gele koren, dat als een dijk tegen hen aanstond; met lange armzwaaien als op een commando bewogen zij zich, sneden zij met de zeisen de volle garven af.

"Je hadt ze liever zeisen in derlui pooten motten geven," zeide de koddige snaak: "dat ware naar den aard geweest." Onder dit praten was de tijd gekomen, waarop de eigenlijke werkzaamheden moesten aanvangen. Het bleek mij nu, dat het de gewoonte bij deze Heeren was, om beurtelings een soort van prijsstof op te geven, welke door anderen beantwoord werd.

Aan het hoofd en als de eenige beweegkracht van den trein, stapte een reusachtige olifant, van twintig voet hoog, dertig lang en breed naar evenredigheid, bedaard en geheimzinnig voort. Zijn snuit was half omgebogen, als een énorme hoorn van overvloed, met het uiteinde in de lucht. Zijne vergulde slagtanden staken buiten zijn ontzaglijk kakebeen uit, gelijk aan twee dreigende zeisen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek