Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


Hij zwom over, zette zich op Beiaard, en op wandelstap reden zij over de heete stoppelvelden. De zon droogde zijn kleeren, terwijl hij met zijn doedel begeleidend zong, denkend aan zijn Marieke, de zotste liekens 't eerst. De ronkende klanken gonsden hoog rond hem op, en waren hoorbaar overal, en menig boerenmensch kwam in het deurgat luisteren.

Wanneer we daar dan 's avonds zaten met al die jongens, geschaard langs de wanden van de achtergalerij, de zendeling en zijn vrouw aan het lange, ik aan het korte eind der tafel, waarop steeds het roode tafelzeil met zijn grillige figuren lag, dan dwaalden onder het eentonige Maleische gezang mijn gedachten van de krullen en dwarreling dier figuren, na de herrie van den dag die mij in beslag had genomen, naar andere dingen, totdat het Amen was uitgesproken, waarop we naar de voorgalerij gingen voor het laatste werk of het laatste praatje van den dag, terwijl buiten de Indische nacht was aangebroken en de insecten om ons heen snorden en gonsden en tegen de petroleumlamp botsten en tji-tjaks hun geluid deden hooren, roerloos zittend of zich snel bewegend langs de gaba-gabawanden van het huis.

Vleermuizen fladderden geruischloos om hem heen, muggen gonsden droomerig in de groote stilte, en zijn eenzame schreden klonken in kadans, dof-klompend door het mulle zand.

De prachtigste visschen, met schubben als zilver en goud, zwommen de boot achterna; nu en dan deden zij een sprong, zoodat het in het water plaste, en vogels, rood en blauw, klein en groot, vlogen in twee lange rijen achteraan; de muggen dansten en de meikevers gonsden. Zij wilden Hjalmar altemaal volgen, en ieder had een sprookje te vertellen. Dat was een plezierig tochtje!

Allen die er waren "gonsden dat na" om de uitdrukking van een der aanwezenden te gebruiken. De opgewondenheid was zoodanig, dat een werkman eens in een volle herberg riep: "Wij hebben geen wapens!" Een zijner makkers antwoordde: "De soldaten hebben er!" aldus, zonder er aan te denken, Bonapartes proclamatie aan het leger van Italië parodieerende.

Jansbessen en der geurige berken zwollen, en op de met gele bloemen bestrooide weide gonsden de bijenzwermen. Nabij het fluweelachtig groen der graanvelden hoorde men den onzichtbaren leeuwerik, het schreeuwen van den kievit boven de met troebel water gevulde greppels en moerassen, en hoog in de lucht jubelden de kraanvogels de lente te gemoet.

De berk was het vlugst; aan een witten bliksemstraal gelijk, schoot zijn slanke stam al zigzagsgewijze in de hoogte, de takken golfden als groen gaas om hem heen; al de gewassen uit het bosch, zelfs het bruingepluimde riet, groeiden mee, en de vogels volgden en zongen, en op den halm, die als een lang, groen zijden lint in de lucht fladderde, zat de sprinkhaan en speelde met den vleugel langs zijn scheenbeen; de meikevers bromden en gonsden, iedere vogel zong, zooals hij gebekt was; alles was zang en geklank en vreugde tot in den hemel.

Eerst strooide mijn oom Matthijs af en aan eenige korreltjes er bij; doch toen hij zag, dat de zaak stand hield, en toen hij zelf bij de familie mijner aanstaande bruid op visite geweest was, en zich bij die gelegenheid tot zijne tevredenheid van het vischkoken overtuigd had, spaarde hij zijne specerijen en greep diep in zijn' honigpot te diep! zeg ik want nu schilderde hij aan alle menschen, die hem wilden aanhooren, mijn geluk zoo zoet af, dat in mijn honigkorf weldra eene menigte vliegen gonsden, zoodat ik mij niet wist te bergen, en er spoedig zoo vele kluchten van mij verteld werden, als ware ik alleen ten genoegen van iedereen niet slechts een Brüjam, maar ook een Brüdjam geworden . Ik werd geplaagd, waar ik mij liet zien.

Daar zij echter zagen, dat Don Quichot naar geen vermaning luisterde, maar zich steeds doller en wilder aanstelde, namen zij hunne slingers in de hand en wierpen steenen van een vuist dik naar hem. Een tijdlang deden die den dolleman geen letsel. De keien gonsden hem om de ooren, maar troffen hem niet.

TITUS. Maar stel, zij had een vader en een moeder, Hoe lieten die de gouden wiekjes hangen En gonsden in de lucht hun jammerklacht! Die arme schuldelooze vlieg! Zij kwam om ons een aardig lied te gonzen, Ons te verheugen; en nu doodt gij haar! MARCUS. Vergeef mij; 't was een zwart en leelijk dier, De Moor der keizerin schier; daarom doodde ik 't. TITUS. O, o, o!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek