United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geelgrijze waren de stoppelvelden, waar den vorigen zomer koren gestaan had; de bruinachtige waren oude klavervelden, en de zwarte waren leege weilanden of opgehoogde tuinbedden.

De nacht verspreidde om hen heen zijn zoete geuren, de krekels piepten vreedzaam in de klavervelden, even slechts zwijgend in 't voorbijgaan der luidruchtige bende; en op de naakte stoppelvelden stonden hier en daar zware korenschelven als een in veilige haven opgeborgen rijkdom voor de toekomst, terwijl de laatste, nog maar pas gemaaide en gebonden haver-schoofjes op lange optochten van zwijgende kinderen leken, die met de laatste, nog verspreide schatten van den lieven zomer naar hen toe schenen te komen.

Daar lagen ze, de schoone landouwen van vruchtbaarheid, in groote, vierkante of langwerpige partijen verdeeld: de naakte, hier en daar reeds omgeploegde stoppelvelden van de afgemaaide rogge, met de lange, lange rijen overeind-gekruiste schoven als omstrengelde gestalten in roerlooze aanbidding en liefde; de rijpende havervelden met hun miljoenen en miljoenen neerhangende klokjes, als zooveel stil-harmonisch klingelende, gouden belletjes; de goudgele tarwevelden, strak en statig opgerezen in stevige halmen, met de gesloten weelde van al hun rechtopstaande, nog gesloten aren.

De wilde ganzen hielden vaak en lang rust op den dag. Ze vonden overal zulke heerlijke stoppelvelden, dat ze er bijna niet vandaan konden komen, en ze kwamen niet in Dalsland voor tegen zonsondergang. Ze vlogen over het noordwestelijk gedeelte van 't landschap, en daar was het nog mooier dan in Wermeland.

Al zijn loome moeheid van het suffig slenteren in de stad was eensklaps voorbij, de zachte frischheid en 't mysterie van de duisternis verkwikten hem, hij keek op naar de heldere sterren die tintelden in 't donkerblauw uitspansel tusschen de zwarte kruinen van de boomen en dan weer rechts en links naar de hier en daar nog vaag zichtbare velden, waar krekels droomerig zongen tusschen de laatste haverschoofjes van den lieven zomer, die daar ook als geheimzinnig-omstrengelde liefdesgestalten op de naakte stoppelvelden stonden, en het werd hem zoo heerlijk-zacht en rustig- zeker in zijn binnenste te moede, het werd zoo zalig van vertrouwd geluk en goede, kalme toekomst.

Hij zwom over, zette zich op Beiaard, en op wandelstap reden zij over de heete stoppelvelden. De zon droogde zijn kleeren, terwijl hij met zijn doedel begeleidend zong, denkend aan zijn Marieke, de zotste liekens 't eerst. De ronkende klanken gonsden hoog rond hem op, en waren hoorbaar overal, en menig boerenmensch kwam in het deurgat luisteren.