United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar bovendien was Marietje aan 't ontbijt, in haar landerige moeheid na den feestdag, bizonder snibbig tegen haar geweest; ja, 't brutale kind was zoo ver gegaan mama's bestudeerde stem van lieve-dame, op onuitstaanbaar overdreven wijze na te bauwen. En 't ergste was: Willem bleef den heelen morgen in zijn bed liggen, met de deur op slot, zoodat zijn kamer niet op tijd gedaan kon worden.

De arme Oliver trachtte den postwagen een eindje bij te houden, doch door zijn moeheid en doorgeloopen voeten gelukte het niet. Toen de passagiers dat zagen, staken zij hun halve penny weer in hun zak en verklaarden dat hij een luie rekel was en niets verdiende; de postwagen ratelde weg en liet niets als een stofwolk achter.

O ... dat het mooie, heerlijke vrijheidsleven daarginder ... dat het zóó bezoedeld moet worden! MEVR. ALVING. Je moet je niet zoo opwinden, Oswald; dat is niet goed voor je. OSWALD. Neen, daarin heb je gelijk, moeder. Dat is niet gezond voor mij. Het is die vervloekte moeheid, zie je. Ik zal een klein eindje omloopen vóór wij aan tafel gaan. MEVR. ALVING. Mijn arme jongen ...!

Zij wendde zich van den spiegel af en zonk neêr op de bank, als was zij vermoeid van heel veel ruimte, die zij doordwaald had, en zij sloot de oogen, als was zij verblind van heel veel licht. Hare handen vouwden zich als om te bidden; heur gelaat straalde, in zijn moêheid, van glimlach op glimlach. Het geluk! herhaalde zij, stamelend in dat geglimlach. Het hoogste van zijn leven! O God, het geluk!

Maar toen hij de kerk weer wilde binnengaan, voelde hij een beklemmenden druk boven het hart en het viel hem in, dat San Pasquale hem geroepen had om hem vaarwel te zeggen. Op hetzelfde oogenblik werden zijn beenen zoo zwaar, dat hij ze nauwelijks kon verzetten. Hij gevoelde geen pijn, maar een loodzware moeheid, die niets anders dan den dood kon beteekenen.

~Moe~ duidt eenvoudig den toestand aan, waarin men zich na zwaren arbeid bevindt, terwijl ~vermoeid~ ook let op de oorzaak der vermoeidheid en tevens grootere moeheid aanwijst: Hij is erg ~moe~ en mag wel wat uitrusten. Hij is door het onbesuisde fietsen zeer ~vermoeid~.

Ziet ge? Hij knikte verlegen en zijn gelaat en bewoog niet. Hoort ge? 't Was alweer Mariëtte, die plezant was. Hij knikte. Zijne oogen zochten naar Madeleen, die knikte. Hij dronk een zeupken koffie en proefde dat er geen suiker genoeg in was. Hij roerde genoeglijk met het bel-tjinkelende lepelken.... Binstdien, al meer en meer, omdoezelde een lijze moeheid zijne leden.

Hij gebruikte die ordeloosheid van bevangen ledematen, die onmaat van gedachten, die aanhitsende ontsteltenis. Ernest, bidde, een sigaretje. Ernest lengde zijn onzekere hand, beladen met onrust, raakte lichtjes met koude nagels de vingeren van Rupert, lachte zenuwachtig. Hij wilde gaarne vluchten. Eene zware moeheid woog in zijne braaien.

Hij had een gevoel van ontlasting, die zijne overspannen zenuwen bevrijdde en tevens de moeheid in zijne leden verduidelijkte. De leelijkste uren waren voorbij, de rest zou geleidelijk gebeuren. Hij was niet ontevreden over zijne houding sinds moeder's dood. Ofschoon hij 't niet precies beredeneerde, streek eene snelle streeling langs zijn geest: hij had zich goed gedragen.

Coba, nog 'n beetje "grijs", kwam met Mies naar beneden; de helpster begon het gebruikte vaatwerk weg te dragen, en langzaam, in voldane moeheid, trokken ze mantels en mutsen aan. "Ik begrijp niet, waar 't in zit, maar de cadeautjes voor de familie Schuring klopten niet," peinsde Francis, "'t staat toch op 't lijstje genoteerd. En nu bleken de kinderen opeens allemaal veel grooter."