Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


Zij zette haar hoed op, en trok haar beste kleed aan; dit was zeer eenvoudig en van grijs laken, maar het stond haar zeer goed, en in de borst stak zij den brief, dien zij den vorigen dag geschreven had. Een kleine reistasch, met een paar boterhammen en een schuier en kam er in, benevens een mantel, maakte haar geheele bagage uit.

Hij zag omhoog, doch bespeurde niets als een grijs en onrustig zwerk, met een zwartblaauwen achtergrond, waarin nu en dan eene enkele ster kwam vonkelen en dan weder verschoot. Verder dan honderd passen voor zich uit kon hij het water niet van de lucht onderscheiden, en alleen in zijne onmiddelijke nabijheid zagen de kuiven der baren wit.

O, hollandsche wolken, wat hebt ge mij een last bezorgd!... Moet ik er boos om blijven?... Ik weet het niet, want gij ziet er toch niet kwaad uit, en Holland zonder wolken zou een afschuwelijke woestijn zijn; daarom hebben de wolken en het water samen vriendschap gesloten ten bate van het landschap. Het was dan grijs en leelijk weêr, toen ik in Middelburg uitstapte.

Tot op de dag van vandaag kan ik me hen helder voor de geest halen. De oudste, achter in de vijftig, had een rond gezicht; knap, grijs haar. De jongste zal achter in de veertig geweest zijn; haar gezicht was ovaal. Het was voor iedereen te zien dat ze sterk aan elkaar gehecht waren. Al was er weinig contact tussen hen en ons, we kenden elkaar. Ze waren ondergedoken. Bij wie? Ik weet het niet meer.

Zij schikte zich in de teleurstelling harer verwachtingen. Het leven dommelde voor haar grijs en eentonig voort, als een grauwe wolk aan een droefgeestigen, valen hemel. Janbroêr was nu cadet te Breda en het was stil in huis.

Anders zoû hij voortaan huiverig zijn iets meer tegen haar te zeggen, zich oprecht te geven; anders zoû hij zijne woorden moeten wegen en zij zouden niet meer zoo vertrouwelijk kunnen zijn, als broêr en zuster ... En het werd in haar eene stemming vol fijne halftinten, waarin niets omtrek, niets zelfs bepaalde kleur had: een geweifel van schaduwachtig grijs, dat de schaduwlooze helderheid harer liefde invloot, meer en meer invloot en haar afmattende door zijne onbestemdheid, door zijn niet-zijn in het reëele leven en door zijn schijnbestaan, als van iets ontastbaars, een droom, in haren geest.

Schuw had zij opgeloensd in haar verlegenheid; zij had gezien, dat de dokter één grijs oog had en één bruin.... Dit leek haar zoo buitengewoon komiek, dat over al haar narigheid en ziekvoelen heen, dat zenuwachtige, zotte lachertje toch uitgebroken was.

»Ja, Antje, ja! dat mag je wel zeggen, mensch!" hernam de juffrouw hoofdschuddend, »is dat een opschik, als ik met haar uit de kerk kom en naast haar loop met mijn zwart zijden japon aan, mijn grijs satijnen hoed en mijn gepalmden doek, ben ik een burgervrouwtje bij haar die wel eene barones lijkt."

"Mot je boven wezen, Teun?" vroeg een man, die ook al op bleek te zijn en plotseling te voorschijn kwam, met een grijs buis met jachtknoopen, een stok in de hand, en een hoed, met een groenen band er om, op. "Ja, Jantje!" antwoordde de jager; "ze zijn nog te drok bezig op de geest. "Je spreekt een waar woord," zei de oppasser van het Berger Bosch, want die was het.

Een vrouw grillig als de oorlogskans, prikkelend als 't gevaar, tintelend van leven en pittigheid. Hij had haar lief. En nu zat hij daar en werd oud en grijs zonder haar tot vrouw te kunnen vragen. Nu had hij haar in geen vijf jaar gezien. Hij verkwijnde en stierf weg als een arend, die gevangen is. Met ieder jaar werd hij meer verschrompeld en kouwelijk.

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek