Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Lodfafnir leer deze wijze les: vaar tegen geen enkelen vreemdeling uit en geef gaarne aan wie er om vragen, en geef zoo lang en zoo goed als gij kunt. Spot nooit met een stumper en veracht een ouden prater nooit: verstandigen hebben een verwelkte huid, die slap en verschrompeld om hen heen hangt: maar het verstand kwam met hun jaren.

om den arme wiens ziel verschrompeld in kommernis, om den rijke die zijn ziel vergiftigt met ongerechtigheid. En ik praat, mijn hart ziedt, maar ik praat zachtkens, ik leid mijn woorden, als een geduldig meester de kinderkens. Met ijzeren toom houdt mijn liefde ze bedwongen, ik schik ze bedachtsaam en vol zorg, want de arme smacht.

Het was een klein, verschrompeld mannetje, met een rimpelige huid die de kleur had van mahonie hout. Zijn naam op de passagierlijst doet hier niet ter zake, maar zijn andere naam, kapitein Maloe, was een naam waar de nikkers bij zwoeren, en waarmee men kinderen bang kon maken en tot rede brengen op ieder eiland van Nieuw-Hannover tot de Nieuwe Hebriden.

Daar was elke breiende memmele, elke straatkook-vrouw, in toover omneveld door den damp van haar pan bakvisch, elke voddenjood, in de omlijsting van z'n uitdragerijtje, elk koopmannetje voor z'n lompenkeldertje, elk handelaartje achter z'n zuur-en-mosselen toonbankie, elk koopvrouwtje onder het rosse flakkerlicht van haar olielampje, elk oud-roest-joodje aan z'n negocie-stalletje, elk verschrompeld grootje, weg-gesjoveld achter haar goor snoeptafeltje, daar was èlk dezer 'n brok kùnst!

Als bouwmeester van sneeuwhutten was hij onvergelijkelijk en van grooten dienst. Kajaggolo zijn vrouw, was stellig even oud als hij. Haar gezicht leek precies een oud, verschrompeld en verdroogd winterappeltje. Ze was ongeveer vijf voet lang en zoo vuil, dat de Eskimo's er haar zelf om bespotten.

Zij hurkte even voor het oud begijntje neer, kwam met haar lieve, frissche wang tot dichtbij 't geel, gerimpeld en verschrompeld aangezicht onder de witte kap en vroeg, met duidelijke, luide stem: "Mesoeur... mesoeur van de Weghe... heurt-e mij niet?" Doch neen,... ook háár met wie ze jaren lang samen gewoond had, hoorde nicht Begijntje niet meer.

Waarin een gewichtig plan wordt beraamd en tot de uitvoering ervan besloten. Het was een kille, vochtige, winderige avond, toen de Jood uit zijn hol kwam; zijn manteljas had hij dicht om zijn verschrompeld lichaam geknoopt en de kraag opgetrokken tot aan zijn ooren, zoodat het benedengedeelte van zijn gezicht verborgen bleef.

Een oud, verschrompeld vrouwtje, dat op den weg voorbij strompelde, keek wantrouwend naar den lastdrager met zijn vreemden last. Zij wilde onbemerkt voorbij gaan, maar de andere hield haar aan en vroeg hoe ver de weg naar Aken nog was. Toen eerst heeft het vrouwtje hem aandachtiger aangekeken en haar gerimpeld gelaat nam een ernstige uitdrukking aan, alsof haar opeens een hooger licht opging.

Zoodra hij scherper toekeek, ontwikkelden zich steeds meer de stuitende trekken van een oud, verschrompeld vrouwengezicht en weldra stond het appelwijf van de Zwarte Poort voor het boekenrek. Zij grijnsde hem tegen en lachte om hem en riep met schelle gilstem: „Zoo, zoo, kindlief! moet je hier zoo zitten?

O! vandaag was 't nu mislukt, ellendig weggedord, verschrompeld in de hitte van z'n hartstocht.... En nu, nu was hij moe en afgetobd.... Maar morgen zou hij weer beginnen, en zoo iederen dag, totdat hij 't meester was, totdat hij weer geheel zich-zelf kon zijn, denk-levend met dat werk van hem alleen.... De fut was er goddank niet uit nog....

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek