United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


En na even met me gespeeld te hebben als de kat met de muis ... me gelegd ... me zoo gemeen gelegd ... wel niet met een truc ... maar toch ... toch ... me gelegd ... mij ... mij ... den Lion ... den Lion du Littoral. ... Een snik schokt hem zijn holle, breede borst. Een razernij ziedt in mij op: het bloed vliegt als met een congestie naar mijn hoofd. ... De Lion is weêr in een gezonken.

De burgers moeten zich maar goed houden, ik zal hun verboden liedjes voorneuriën. Wat zijn stille verklikkers? 't Zijn honden! Voor den drommel! Eerbied voor de honden! Maar ik zou liever een haan aan mijn pistool hebben. Ik kom van den boulevard, vrienden, daar wordt het warm, het kookt en ziedt er. 't Is tijd om den pot te schuimen, er komen blaasjes op.

De oceaan die kookt en ziedt, Spreidt z'n schuim in wild gebruis, Gillend of met snelheid vliedt Vooglen vlucht naar veilig thuis. Tegnér, Frithiof-sage.

Het is of de golfjes een lief ballet dansen, of zij blauw gerokte danseresjes zijn, met schuim van kanten volants, waarover pailletten gezaaid zijn. De zon giet haar warme douche neêr over mijn rug. Dat troost mij een beetje. Plots ... daar zie ik de beide heeren: Bébert le Boucher en André le Pêcheur. De roode razernij ziedt weêr in mij op.

Maar voordat hij haar heeft toegekrijscht: "Ja, hef den dolk omhoog, ontzie mij niet, Rijt open deze borst en geef den stroomen Van 't bloed dat binnen in mij ziedt een uitweg!" heeft hij haar gesmeekt: "Ween niet! Gij zijt zonder schuld. Van af mijn jongste jaren heb ik niets Bemind als 'k u zoû kunnen minnen, zuster...." Dit bewijst dat in zijn hart iets op haar reinheid heeft geantwoord.

7 Gelijk in het Arsenaal der Venetianers des winters het kleverig pek ziedt om hunne kranke houten te heelen 10 die niet kunnen zeehouden, en te zelfder tijd bewerkt deze zijn nieuw hout en gene kalefatert de ribben van dat schip, dat meerdere reizen gemaakt heeft;

Parijs wordt ontzien, men vreest het, de koning waagt nauwelijks er zich te vertoonen, zoo ziedt en kookt het er; in jaren van misgewas zorgt de regeering 't eerst voor de approvisioneering van Parijs; op 't punt der belastingen is de kleine burgerij, met de boeren vergeleken, zelve een gepriviligieerde klasse.

Dat ziedt en ritselt en verspreidt zich in strepen over de heele aarde en loopt heen en terug in een onophoudelijke haast. Maar als de groote goudstroom daar buiten daalt dan snellen de kleine gulden wateraartjes terug van uit de uithoekjes van de wereld.

Leve de Geus!" En de straathondjes mank, Scheef, schurftig en scheel, Heffen nog eens den poot op Dat het ziedt en zout, En met hen brakken en winden, Rekels van Hongarije, Van Brabant, Namen en Luxemburg. Leve de Geus! En triestig, met schuimmuil, Krepeert hij vóór zijn meester, Die hem schopt met den voet, Wijl hij te weinig beet. Ter helle huwt hij Dood.

om den arme wiens ziel verschrompeld in kommernis, om den rijke die zijn ziel vergiftigt met ongerechtigheid. En ik praat, mijn hart ziedt, maar ik praat zachtkens, ik leid mijn woorden, als een geduldig meester de kinderkens. Met ijzeren toom houdt mijn liefde ze bedwongen, ik schik ze bedachtsaam en vol zorg, want de arme smacht.