Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
De Hindoes koesteren voor deze tijgers eene bijna kinderachtige vrees, de europeesche jagers daarentegen, die zulk een admikanewallah geschoten hebben, beweren dat het dier bijna altijd krank en schurftig is: zij schrijven dit toe aan het eten van menschenvleesch.
Leve de Geus!" En de straathondjes mank, Scheef, schurftig en scheel, Heffen nog eens den poot op Dat het ziedt en zout, En met hen brakken en winden, Rekels van Hongarije, Van Brabant, Namen en Luxemburg. Leve de Geus! En triestig, met schuimmuil, Krepeert hij vóór zijn meester, Die hem schopt met den voet, Wijl hij te weinig beet. Ter helle huwt hij Dood.
Toen ik hieraan gevolg had gegeven, wendde hij zich om, en zijne handen over elkaar strijkende, alsof hij zoo pas de zeep had neergelegd, vervolgde hij: »Het is bij mij een regel om, als ik een nieuw officier aan boord krijg bij mijne collega's informatiën in te winnen; het is een voorzichtigheidsmaatregel, omdat naar mijn oordeel het spreekwoord van: één schurftig schaap enz. bijzonder op onzen dienst toepasselijk is.
De straathondjes, scheef, scheel, schurftig, Die leven en krepeeren op vuilnishoopen, Heffen hun poot op, beurt om beurt, Naar hem, die doodde uit moordzucht.... Leve de Geus! "Hij hield van vrouw noch vriend, Van vreugd, noch zon, noch meester, Slechts van de Dood, zijn bruid, Die hem de pooten knakte, Tot blijdans vóór de bruiloft; Want heele menschen lust ze niet. Slaat op de vreugdtrom.
Ik was koud, ik was dood moede; en de gedachte dat ik op nieuw een nacht in het water zou moeten doorbrengen, vervulde mij met schrik. "Ik hoor geblaf!" riep Marcel eensklaps uit. Die lieve honden, zij zijn al te gader kwaadaardig, woest, schurftig, maar toen zou ik ze toen hebben kunnen omhelzen en aan mijn hart drukken.
Bij het beschrijven van een kampong vol Papoea's mogen de honden niet vergeten worden. Mager, schurftig, huilerig en laf, zijn ze desondanks de onafscheidelijke metgezellen der wilden. Hoort of ziet men ergens in de wildernis een hond, dan kan men er zeker van zijn, dat menschen in de buurt wonen; omgekeerd kan men bij menschen steeds honden verwachten.
De andere gevel was in het midden doorbroken door een groote poort, 't was net een tunnel die poort, het verwulfsel was bekruist met bogen die vroeger veelkleurig waren beschilderd geweest; aan het einde was een eikenhouten deur die de poort afsloot van de straat, een dikke poortdeur was het, hoog en breed als voor een middeneeuwsch kasteel, met zware dwarse sluitboomen verzekerd; ijzeren bouten en groote spijkerkoppen, die er schurftig en verroest uitzagen onder de verflaag, waren er als overheen gezaaid, en er was ook een kijkvenstertje met tralies en een ijzer klepluikje.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek